ECLI:NL:RBZWB:2025:4520
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
Op 11 juli 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaken BRE 24/6798 en 24/6799, waarbij de rechtbank de beroepen van de belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst niet-ontvankelijk heeft verklaard. De beroepen betroffen aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over de jaren 2021 en 2022. De rechtbank oordeelde dat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk waren omdat het griffierecht niet was betaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat de belanghebbende op meerdere momenten door de griffier is gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, maar dat de belanghebbende dit niet tijdig heeft gedaan. De rechtbank heeft in haar beoordeling aangegeven dat het niet tijdig betalen van het griffierecht niet verontschuldigbaar was, aangezien de belanghebbende geen goede reden heeft gegeven voor het verzuim. Hierdoor heeft de rechtbank besloten de beroepen niet inhoudelijk te beoordelen en de bestreden besluiten in stand te laten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.