ECLI:NL:RBZWB:2025:4574
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen het niet toekennen van bestuurlijke dwangsommen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 juli 2025, wordt er geoordeeld over de beroepen van eiseres tegen de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda. Eiseres had op 28 januari 2025 aanvragen ingediend voor inzage in de persoonsgegevens van haar kind en van zichzelf. Het college heeft op 14 maart 2025 besloten dat er geen bestuurlijke dwangsom aan eiseres verschuldigd is, omdat er niet tijdig op haar verzoeken is beslist. De rechtbank oordeelt dat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn, omdat eiseres eerst bezwaar had moeten maken voordat zij beroep kon instellen. Dit is ook in de besluiten van het college vermeld. De rechtbank heeft de beroepschriften op grond van artikel 6:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) als bezwaarschrift doorgestuurd naar het college, met mededeling aan de afzender. De rechtbank heeft besloten de beroepen niet inhoudelijk te beoordelen, waardoor de bestreden besluiten in stand blijven. Er is geen aanleiding voor vergoeding van griffierecht of proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak binnen zes weken.