7.2De verzekeringsarts b&b heeft het dossier bestudeerd en de door eiseres in bezwaar ingebrachte medische informatie bij het onderzoek betrokken. Het gaat daarbij om brieven van de neurochirurg, brieven van uitslagen en onderzoeksresultaten uit haar medisch dossier, en de brief van de arbeidsdeskundige van Inverzo. De verzekeringsarts b&b heeft eiseres ook psychisch en lichamelijk onderzocht tijdens een spreekuur op 12 juli 2024. Eiseres is geopereerd aan een goedaardige tumor van de vliezen rond de hersenen en het ruggenmerg. De tumor is in zijn geheel verwijderd, maar daarbij zijn ook drie wervelbogen van de tiende tot en met de twaalfde borstwervel verwijderd. Anders dan de primaire arts acht de verzekeringsarts b&b dit wel voldoende reden voor de aanhoudende rugklachten. Het verwijderen van drie wervelbogen heeft groot effect op de stabiliteit van de rug.
Het gemis van de wervelbogen moet volledig worden opgevangen door de spieren van de rug en de buik, wat tot uitputting van de spieren leidt. Daarnaast overweegt de verzekeringsarts b&b dat sprake is geweest van langdurige druk op het ruggenmerg, omdat eiseres pas na tien maanden klachten de huisarts heeft bezocht. Volledig herstel van die druk was dan ook niet meer te verwachten na de operatie, wat de tintelingen en het trekken met het been bij vermoeidheid verklaart. Over de belastbaarheid overweegt de verzekeringsarts b&b dat de rug van eiseres stabiliteit heeft verloren bij de ingreep. Dit heeft niet direct effect op de bewegingen die gemaakt kunnen worden, maar wel op de vermoeibaarheid van de rug. Beperkingen zoals buigen, torderen, lopen, staan, zitten traplopen, klimmen, frequent knielen en hurken, tillen, dragen, duwen en trekken zijn dus op zichzelf mogelijk, maar de duur en frequentie ervan zijn beperkt. Trillingen, grove schrokken en zware lasten op de schouders of rug moeten wel worden vermeden. Wat betreft de urenbeperking geldt dat eiseres strikt gezien niet voldoet aan de criteria voor het stellen hiervan. Een energetische indicatie ontbreekt, nu er geen aandoening bekend is die zich kenmerkt door een groot tekort aan energie, te groot energieverbruik of verminderde mogelijkheden tot recuperatie. Van een preventieve indicatie is geen sprake, omdat er geen aandoening is die gepaard gaat met zelfoverschatting door eiseres of een beperkt ziektebesef. Ook de beschikbaarheid door behandeling is niet beperkt. Zowel de bewegingstherapie als de masseuse vallen niet onder de strikte criteria om aangemerkt te kunnen worden als behandeling. Daar staat tegenover dat de totale duur van zitten (ongeveer vier uur), staan en lopen (ongeveer drie uur) samen niet optelt tot een volledige werkdag. Indirect is eiseres dus wel beperkt in het aantal te werken uren per dag (zeven uur), en daarmee ook per week. Wel dient daarbij uitgegaan te worden van volledig aangepast werk. Een medische grond voor de stelling dat eiseres slechts twee dagen per week inzetbaar is voor werk heeft de verzekeringsarts b&b niet. Hij concludeert dat de primaire beoordeling moet worden gecorrigeerd. De verzekeringsarts b&b heeft de beperkingen van eiseres opgenomen in een FML van 17 juli 2024.
Wat eiseres aanvoert tegen het medische onderzoek van het UWV
8.Eiseres voert tegen het medisch oordeel van het UWV aan dat zowel de arbo-arts als de onafhankelijke arbeidsdeskundige van Inverzo stellen dat negen uur werken bij [werkgever] (haar huidige werkgever) het maximaal haalbare is. Zij begrijpt niet waarom zij het werk dat zij deed voordat ze ziek werd niet meer zou kunnen uitoefenen, terwijl ze dit werk nog steeds negen uur per week doet dankzij de aanpassingen die de werkgever voor haar heeft aangebracht. Het UWV heeft voorbeeldfuncties opgesteld waardoor ze meer uren zou kunnen werken, maar volgens eiseres is haar huidige werk net zo belastend. Ook zou ze haar baan niet willen opzeggen voor de opgegeven functies. Eiseres stelt verder dat de primaire arts en arbeidsdeskundige haar ten onrechte niet hebben gezien of gesproken. Zij heeft enkel eenmalig telefonisch contact gehad met de arbeidsdeskundige op 10 oktober 2023, waarin haar werd medegedeeld dat haar bezwaar is afgewezen. Het eerste persoonlijke contact dat zij had, was met de verzekeringsarts b&b op 12 juli 2024. Tot slot heeft eiseres een brief van haar neuroloog van 28 maart 2024 bijgevoegd waarin wordt geconcludeerd dat sprake is van een BPPDp rechts (Benigne Paroxysmale Positie Duizeligheid, een goedaardige duizeligheid), en klachten die passen bij lichte restverschijnselen van het eerdere meningeoom. Eiseres heeft ter zitting te kennen gegeven dat zij niet verzoekt om een schadevergoeding.
Het aanvullend rapport van de verzekeringsarts b&b
9. De verzekeringsarts b&b heeft in een aanvullend rapport op het beroepschrift en de overgelegde medische stukken van eiseres gereageerd. Volgens de verzekeringsarts b&b geeft de ingekomen informatie geen aanleiding om de belastbaarheid op de datum in geding van 14 juni 2023 anders in te schatten. Als nieuw gegeven komt naar voren dat sprake is van BPPDp, maar dit beeld speelde nog niet op datum in geding. De neuroloog vermeldt in zijn brief van 28 maart 2024 namelijk dat eiseres de klachten sinds zes maanden heeft, dus vanaf september 2023. Eventuele beperkingen die hieruit zouden voortkomen, waren dus nog niet aanwezig op de datum in geding.
Was het medisch onderzoek van het UWV voldoende zorgvuldig?
10. Uit het dossier volgt dat eiseres, zoals zij stelt, geen contact heeft gehad met de primaire arts. De rechtbank is niettemin van oordeel dat in bezwaar het medisch onderzoek voldoende zorgvuldig is verricht. In bezwaar heeft een volledige heroverweging plaatsgevonden. Uit de rapportage van de verzekeringsarts b&b blijkt dat de artsen op de hoogte waren van de klachten van eiseres, waaronder de rugklachten, de sensorische klachten in haar benen en de energetische klachten. Eiseres is weliswaar niet gezien door de primaire verzekeringsarts, maar in de bezwaarfase is zij wel door een verzekeringsarts b&b gezien. De verzekeringsarts b&b heeft eiseres lichamelijk en psychisch onderzocht en dossieronderzoek verricht. Daarnaast heeft de verzekeringsarts b&b kennisgenomen van het primaire onderzoek, de aanwezige en door eiseres overgelegde informatie van de behandelend sector en het bezwaarschrift. Gezien het voorgaande beschikte de verzekeringsarts b&b over ruim voldoende inzicht in de (medische) situatie van eiseres en zijn er geen onderzoeksactiviteiten gemist.
Zijn de beperkingen juist vastgesteld?
11. De rechtbank ziet geen aanleiding voor de conclusie dat de verzekeringsarts b&b de belastbaarheid van eiseres per datum in geding 14 juni 2023 onjuist heeft ingeschat. De verzekeringsarts b&b heeft eiseres lichamelijk en psychisch onderzocht en een aantal beperkingen in de FML gesteld, in de rubrieken Fysieke omgevingseisen, Dynamische handelingen en Statische houdingen. De rechtbank heeft geen aanwijzingen dat die beperkingen onvoldoende zijn.
Eiseres stelt dat zij maximaal negen uur per week kan werken en verwijst daarvoor naar de rapporten van de arbo-arts van 7 februari 2023 en de onafhankelijke arbeidsdeskundige van Inverzo van 3 februari 2022 waaruit dit naar voren komt. De rechtbank stelt vast dat deze rapportages zijn opgesteld in het kader van re-integratie in eigen werk. Dat is, zo blijkt ook uit vaste rechtspraak, een ander soort beoordeling, met een ander doel, dan de beoordeling van de mate van arbeidsongeschiktheid in het kader van de wet WIA. Dat betekent dat aan die rapportages niet de waarde kan worden gehecht die eiseres daaraan hecht.
Volgens de verzekeringsarts b&b voldoet eiseres niet aan de criteria om een urenbeperking op te nemen. De verzekeringsarts b&b heeft dit uitgebreid gemotiveerd. Er ontbreekt een energetische indicatie, er is geen sprake van een preventieve indicatie en de beschikbaarheid door behandeling is ook niet beperkt. Wel is impliciet een urenbeperking aangenomen van maximaal zeven uur per dag en daarmee 35 uur per week, omdat de totale duur van zitten, staan en lopen samen niet optelt tot een volledige werkdag. De rechtbank kan deze motivering volgen.
De verzekeringsarts b&b heeft verder terecht gesteld dat de informatie van de neuroloog van 28 maart 2024 niet ziet op de datum in geding.
De rechtbank wijst er verder op dat de enkele omstandigheid dat de verzekeringsarts b&b de door eiseres ervaren klachten op een andere manier heeft gewogen dan dat zij die ervaart, niet betekent dat het medische oordeel onzorgvuldig of onjuist is. De subjectieve beleving van klachten is volgens vaste rechtspraak namelijk niet beslissend bij de beantwoording van de vraag welke beperkingen in objectieve zin bij eiseres zijn vast te stellen. Van belang zijn alleen de medisch te objectiveren beperkingen.
Nu niet is gebleken dat de beperkingen van eiseres in de FML van 17 juli 2024 zijn onderschat, gaat de rechtbank voor de verdere beoordeling uit van de belastbaarheid zoals die daarin is neergelegd.
Beoordeling van het arbeidsdeskundige onderzoek van het UWV
13. De arbeidsdeskundige b&b van het UWV heeft, rekening houdend met de vastgestelde FML, en anders dan de primaire AD, geconcludeerd dat eiseres niet geschikt is voor de maatgevende arbeid, omdat daarin acht uur per dag moest worden gewerkt en er een beperking is aangenomen voor vier uur zitten en ongeveer drie uur staan en lopen op een werkdag. Hij heeft de volgende functies ten grondslag gelegd aan de berekening van de mate van arbeidsongeschiktheid: Medior Soldering Operator (Sbc-code 111180), Medewerker Input Diensten (Sbc-code 315140) en Medewerker Publieksdiensten (Sbc-code 315131). Op basis van deze functies is geconcludeerd dat eiseres per 14 juni 2023 28,88% arbeidsongeschikt is. De rechtbank benadrukt dat het hierbij om een theoretische schatting gaat. Dit betekent dat eiseres – anders dan zij veronderstelt – niet daadwerkelijk bovenstaande voorbeeldfuncties moet gaan uitvoeren. De voorbeeldfuncties liggen enkel ten grondslag aan het systeem waarmee het arbeidsongeschiktheidspercentage wordt berekend.
14. De beroepsgronden van eiseres geven de rechtbank geen aanleiding om te twijfelen aan de medische geschiktheid van de geselecteerde functies. Haar (impliciete) standpunt dat zij niet in staat is de geduide functies te verrichten vloeit met name voort uit haar opvatting dat haar medische beperkingen zijn onderschat, maar voor een dergelijke conclusie bestaat gezien het voorgaande geen aanleiding. De hiervoor genoemde functies mochten daarom worden gebruikt voor de berekening van de mate van arbeidsongeschiktheid.
Is de mate van arbeidsongeschiktheid juist vastgesteld?
15. Op basis van de inkomsten die eiseres met de geduide functies zou kunnen verdienen, heeft het UWV een berekening gemaakt die leidt tot een mate van arbeidsongeschiktheid van 28,88%. Omdat eiseres tegen deze berekening geen gronden naar voren heeft gebracht, gaat de rechtbank uit van deze mate van arbeidsongeschiktheid. Ter zitting heeft eiseres naar voren gebracht dat het maatmanuurloon niet overeenkomt met het uurloon op haar loonstrook. Zij heeft echter niet nader kunnen onderbouwen waarom het maatmanuurloon onjuist zou zijn. De rechtbank gaat daarom uit van de juistheid daarvan. Omdat pas recht bestaat op een WIA-uitkering bij een mate van arbeidsongeschiktheid van 35% of meer, heeft het UWV de WIA-uitkering terecht geweigerd.