ECLI:NL:RBZWB:2025:4766
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaarschrift wegens gebrek aan belanghebbendheid
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 22 mei 2025, wordt het bezwaarschrift van eiser niet-ontvankelijk verklaard. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst, dat zijn handhavingsverzoek om op te treden tegen het gebruik van watergangen in de Kruispolder had afgewezen. De rechtbank oordeelt dat eiser geen belanghebbende is in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat eiser op een afstand van zes kilometer van de gedempte watergangen woont en geen zicht heeft op deze watergangen. De rechtbank concludeert dat eiser geen gevolgen van enige betekenis ondervindt van de demping van de watergangen, waardoor hij niet kan worden aangemerkt als belanghebbende. Eiser had aangevoerd dat hij regelmatig in de Kruispolder verblijft en dat hij zich inzet voor de bescherming van het landschap en de natuur, maar de rechtbank oordeelt dat deze algemene belangen niet voldoende zijn om hem als belanghebbende te kwalificeren. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat het college het bezwaar van eiser terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Eiser krijgt geen gelijk en er wordt geen griffierecht of proceskostenvergoeding toegekend.