ECLI:NL:RBZWB:2025:4964

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
23 juli 2025
Publicatiedatum
30 juli 2025
Zaaknummer
24/6420 PW
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand en beoordeling van voorliggende voorzieningen

Op 23 juli 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en het Dagelijks Bestuur van Orionis Walcheren. Eiseres had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van budgetbeheer, welke door Orionis op 13 juli 2023 was afgewezen. Na een bezwaarprocedure bleef Orionis bij de afwijzing. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het besluit van 28 september 2023 vernietigd en Orionis opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen. De rechtbank oordeelde dat Orionis ten onrechte de aanvraag had afgewezen op basis van voorliggende voorzieningen, omdat niet was aangetoond dat deze voorzieningen passend en toereikend waren voor de specifieke situatie van eiseres. De rechtbank heeft zelf in de zaak voorzien en bijzondere bijstand toegekend voor de periode van 25 juni 2023 tot en met 24 juni 2024, ter hoogte van € 1.356,-. Daarnaast moet Orionis het griffierecht en proceskosten vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn gewezen op de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 24/6420 PW

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van

23 juli 2025 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [plaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. R.S. Vriend),
en

het Dagelijks Bestuur van Orionis Walcheren (Orionis), verweerder.

Inleiding

1.1.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om bijzondere bijstand voor de kosten van budgetbeheer.
1.2.
Orionis heeft deze aanvraag met het besluit van 13 juli 2023 afgewezen. Met het besluit van 28 september 2023 op het bezwaar van eiseres is Orionis bij de afwijzing van de aanvraag gebleven. Eiseres heeft tegen dit besluit beroep ingesteld.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep hiertegen gegrond verklaard, het besluit van 28 september 2023 vernietigd en Orionis opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak. [1]
1.4.
Met het besluit van 12 juli 2024 (bestreden besluit) heeft Orionis de aanvraag van eiseres om bijzondere bijstand (opnieuw) afgewezen, omdat sprake is van een voorliggende voorziening.
1.5.
De rechtbank heeft het beroep op 23 juli 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, haar gemachtigde en voor eiseres is ook verschenen als tolk in de taal Portugees [naam], [tolknummer]. Orionis is, zonder bericht van verhindering, niet verschenen.
1.6.
Na afloop van zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de rechtbank

2.1.
De rechtbank komt tot het oordeel dat Orionis ten onrechte de aanvraag van eiseres om bijzondere bijstand heeft afgewezen op grond van artikel 15, eerste lid, van de Participatiewet.
2.2.
Orionis heeft de aanvraag van eiseres om bijzondere bijstand afgewezen, omdat volgens Orionis sprake is van drie voorliggende voorzieningen: [voorziening 1], [voorziening 2] en de buurtteams in [plaats] . Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Participatiewet moeten deze voorliggende voorzieningen passend en toereikend zijn.
2.3.
Volgens vaste rechtspraak moet Orionis onderzoeken of een voorliggende voorziening passend en toereikend is. [2] Uit de dossierstukken blijkt niet dat Orionis voorafgaand aan het nemen van het bestreden besluit onderzoek heeft gedaan of de voorliggende voorzieningen in het geval van eiseres passend en toereikend zijn. Wellicht dat deze voorliggende voorzieningen in het algemeen passend en toereikend zijn, maar het is onduidelijk of dit ook geldt voor de specifieke situatie van eiseres.
2.4.
Ook in het verweerschrift heeft Orionis naar het oordeel van de rechtbank niet aannemelijk gemaakt dat de voorliggende voorziening van [voorziening 1] voor eiseres passend en toereikend is. Ten aanzien van [voorziening 2] en buurtteams in [plaats] heeft Orionis in het geheel geen verdere onderbouwing gegeven. Hieruit volgt dat Orionis ten onrechte de aanvraag om bijzondere bijstand op deze grond heeft afgewezen.

Conclusie en gevolgen

3.1.
Uit het voorgaande volgt dat het beroep gegrond is en het bestreden besluit dient te worden vernietigd.
3.2.
Gelet op het feit dat het al de tweede beroepsprocedure is, en Orionis inmiddels al twee keer op onjuiste gronden de aanvraag heeft afgewezen, zal de rechtbank met toepassing van artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zelf in de zaak voorzien.
Er is voldoende informatie beschikbaar om de bijzondere bijstand toe te kennen. Uit de dossierstukken in de eerdere beroepsprocedure [3] volgt dat de kosten € 113,- per maand bedragen en dat eiseres bijzondere bijstand ontving tot en met 24 juni 2023. Daarom zal de rechtbank eiseres van 25 juni 2023 tot en met 24 juni 2024 bijzondere bijstand toekennen voor budgetbeheer ter hoogte van € 113,- per maand. Orionis moet dus alsnog een bedrag van € 1.356,- aan eiseres betalen.
3.3.
Daarnaast moet Orionis het griffierecht aan eiseres vergoeden en krijgt eiseres ook een vergoeding van haar proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.814,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 907, en wegingsfactor 1).
3.4.
Partijen worden gewezen op de mogelijkheid om tegen de mondelinge uitspraak in hoger beroep te gaan op de hieronder omschreven wijze.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt het bestreden besluit van 12 juli 2024;
  • herroept het primaire besluit van 13 juli 2023 en kent aan eiseres bijzondere bijstand voor budgetbeheer toe van € 1.356,- over de periode van 25 juni 2023 tot en met
24 juni 2024;
  • bepaalt dat dat deze uitspraak in de plaats komt van het vernietigde besluit;
  • bepaalt dat Orionis het griffierecht van € 51,- aan eiseres moet vergoeden;
  • veroordeelt Orionis tot betaling van € 1.814,- aan proceskosten aan eiseres.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 23 juli 2025 door mr. M. Breeman, rechter, in aanwezigheid van mr. S.C.J.J. van Roij, griffier.
griffier
rechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop dit proces-verbaal is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving

Participatiewet
Artikel 15, eerste lid
Geen recht op bijstand bestaat voor zover een beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening die, gezien haar aard en doel, wordt geacht voor de belanghebbende toereikend en passend te zijn. Het recht op bijstand strekt zich evenmin uit tot kosten die in de voorliggende voorziening als niet noodzakelijk worden aangemerkt.

Voetnoten

1.Zie de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 7 juni 2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:3875.
2.Zie de uitspraak van de CRvB van 19 februari 2013, ECLI:NL:CRVB:2013:BZ1551