Uitspraak
1.[gedaagde 1] ,
2.
[bewindvoerder] , IN HAAR HOEDANIGHEID VAN BEWINDVOERDER OVER DE GOEDEREN/ZAKEN VAN [gedaagde 2],
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 25 juni 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 juli 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Alwel en de bewindvoerder van een huurder. De huurovereenkomst werd ontbonden vanwege een aanzienlijke huurachterstand van € 7.682,07, die na dagvaarding verder was opgelopen. De kantonrechter oordeelde dat de huurovereenkomst ontbonden kon worden, ondanks de argumenten van de bewindvoerder dat de huurder een kwetsbaar persoon is en dat er een betalingsregeling in de maak was. De kantonrechter voerde aan dat de belangen van de verhuurder zwaarder wogen dan die van de huurder, vooral gezien de lange huurachterstand en de overlast die door de huurder werd veroorzaakt. De kantonrechter heeft ambtshalve de algemene voorwaarden van Alwel getoetst en bepaalde artikelen als oneerlijk gekwalificeerd, waardoor Alwel geen aanspraak kon maken op buitengerechtelijke incassokosten. De bewindvoerder werd veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde binnen veertien dagen na betekening van het vonnis, en tot betaling van de huurachterstand en proceskosten.