ECLI:NL:RBZWB:2025:4988
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van beroepen tegen aanslagen vennootschapsbelasting en verliesverrekeningsbeschikkingen
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant de beroepen van belanghebbende B.V. tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst. De inspecteur had aan belanghebbende voor de jaren 2020 en 2021 aanslagen vennootschapsbelasting (Vpb) opgelegd en verliesverrekeningsbeschikkingen genomen. Het bezwaar van belanghebbende tegen de aanslagen voor het jaar 2020 werd gegrond verklaard, terwijl het bezwaar voor 2021 ongegrond werd verklaard. De rechtbank heeft de beroepen op 15 juli 2025 behandeld, waarbij belanghebbende werd vertegenwoordigd door haar directeur en de inspecteur door drie gemachtigden. De rechtbank concludeert dat de verliesverrekeningsbeschikkingen tot de juiste bedragen zijn vastgesteld. Belanghebbende had wisselende standpunten ingenomen over de hoogte van de in aanmerking te nemen kosten en de belastbare winst, maar kon haar stellingen niet aannemelijk maken. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van onzorgvuldig handelen door de inspecteur en verklaart de beroepen ongegrond. Belanghebbende krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.