Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
op 10 januari 2025 te [plaats] [slachtoffer 1] heeft mishandeld door die [slachtoffer 1] te slaan op haar oor;
op 10 januari 2025 te [plaats] [slachtoffer 2] heeft mishandeld door die [slachtoffer 2] bij haar haren te pakken en haar meermalen met de vuist te slaan in het gezicht;
op 14 januari 2025 te [plaats] zijn moeder, [slachtoffer 3] , heeft mishandeld door die [slachtoffer 3] bij haar arm vast te grijpen en met een vuist tegen haar arm te slaan en haar te duwen;
op 9 februari 2025 te Breda opzettelijk een ambtenaar, te weten [verbalisant 1] , hoofdagent bij de Eenheid Zeeland-West-Brabant, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem de woorden toe te voegen: "jullie zijn kankerflikkers en kankerhoeren", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De benadeelde partij
8.De vordering tot tenuitvoerlegging
9.De wettelijke voorschriften
10.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan het onder 4 ten laste gelegde feit
plaatsing van verdachte in een inrichting voor stelselmatige daders voor twee jaar;
hij op of omstreeks 10 januari 2025 te [plaats] , althans in Nederland,
[slachtoffer 1] heeft mishandeld door die [slachtoffer 1] te slaan op haar
oor;
( art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 10 januari 2025 te [plaats] , althans in Nederland,
[slachtoffer 2] heeft mishandeld door die [slachtoffer 2] bij haar haren te pakken en/of
haar meermalen, althans eenmaal, (met de vuist) te slaan in het gezicht;
( art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 10 en/of 14 januari 2025 te [plaats] , althans in Nederland,
zijn moeder, [slachtoffer 3] ,
heeft mishandeld door die [slachtoffer 3] bij haar arm vast te grijpen en/of (met
een vuist) tegen haar arm te slaan en/of haar te duwen;
( art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 304 lid 1 ahf/sub 1° Wetboek van
Strafrecht )
hij op of omstreeks 10 januari 2025 te [plaats] , althans in Nederland,
opzettelijk en wederrechtelijk een telefoon, in elk geval enig goed, dat/die geheel of
ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield,
beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt
( art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 9 februari 2025 te Breda, althans in Nederland,
opzettelijk
een ambtenaar, te weten [verbalisant 1] , hoofdagent bij de Eenheid
Zeeland-West-Brabant, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van
zijn/haar bediening,
in zijn/haar tegenwoordigheid,
mondeling
heeft beledigd,
door hem/haar de woorden toe te voegen: "jullie zijn kankerflikkers en
kankerhoeren", althans woorden van
gelijke beledigende aard en/of strekking;
( art 266 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 267 lid 1 ahf/sub 2° Wetboek van
Strafrecht )