ECLI:NL:RBZWB:2025:5117
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar inzake aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen 2020
Op 6 augustus 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een belanghebbende en de inspecteur van de Belastingdienst. De zaak betreft een beroep tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 27 maart 2024, waarbij de inspecteur een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2020 had opgelegd. De inspecteur had de aanslag vastgesteld op basis van een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 50.269, en daarnaast een belastingrentebeschikking van € 1.393 en een verzuimboete van € 385 opgelegd. De inspecteur verklaarde het bezwaar van de belanghebbende niet-ontvankelijk, maar de rechtbank oordeelde dat dit onterecht was. De rechtbank heeft het beroep op 1 juli 2025 behandeld, waarbij de belanghebbende niet aanwezig was, maar wel correct was uitgenodigd. De rechtbank concludeerde dat de aanslag IB/PVV 2020 terecht was opgelegd en dat de boetebeschikking ook terecht was. De rechtbank vernietigde de uitspraak op bezwaar, maar handhaafde de aanslag en de bijbehorende beschikkingen. De inspecteur moet het griffierecht aan de belanghebbende vergoeden, maar er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.