ECLI:NL:RBZWB:2025:5179

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 juni 2025
Publicatiedatum
7 augustus 2025
Zaaknummer
10752455 MB VERZ 23-1080
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete ongegrond verklaard, samenhang met andere zaken vastgesteld

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 25 juni 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het verkeerd parkeren van een bromfiets op de Heuvelring te Tilburg op 16 mei 2022. De officier van justitie had het beroep van de betrokkene ongegrond verklaard, waarna de betrokkene in beroep ging bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 25 juni 2025 is de zaak behandeld, waarbij de gemachtigde van de betrokkene en een zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig waren.

De gemachtigde voerde aan dat de officier van justitie ten onrechte de zaak als samenhangend met een andere zaak had beschouwd en vroeg om een proceskostenvergoeding. De zittingsvertegenwoordiger stelde echter dat er wel degelijk sprake was van samenhang, omdat de gemachtigde in meerdere beroepschriften nagenoeg identieke verweren had gevoerd. De kantonrechter overwoog dat er op basis van de wetgeving inderdaad sprake was van samenhang, omdat de beroepschriften van de gemachtigde in grote lijnen identiek waren, afgezien van enkele specifieke gegevens zoals naam en datum.

Uiteindelijk oordeelde de kantonrechter dat de betrokkene geen reële extra inspanning had geleverd in vergelijking met andere beroepschriften en dat de officier van justitie terecht had geconcludeerd dat er sprake was van samenhang. Het beroep werd ongegrond verklaard en het verzoek om proceskostenvergoeding werd afgewezen. De uitspraak werd openbaar gedaan door mr. M.A.V. van Aardenne, kantonrechter, en griffier L.I.M. Appels, op 25 juni 2025.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Tilburg
zaaknummer : 10752455 \ MB VERZ 23-1080
CJIB-nummer : 1062 5422 4964 8188
uitspraakdatum : 25 juni 2025
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : [gemachtigde]

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 25 juni 2025. Namens de officier van justitie is verschenen [naam] (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Gemachtigde is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: een bromfiets plaatsen op andere wijze dan is toegestaan op de Heuvelring te Tilburg op 16 mei 2022 om 21:00 uur.
Gemachtigde heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de officier van justitie ten onrechte deze zaak met een andere zaak als samenhangend heeft beschouwd. Gemachtigde verzoekt een proceskostenvergoeding.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe aangevoerd dat er wel sprake is van samenhang tussen de verschillende zaken nu gebleken is dat gemachtigde (nagenoeg) identieke (niet onderbouwde) verweren heeft gevoerd. Omdat gemachtigde de beroepschriften via digitaal loket verkeer heeft ingediend is er ook geen sprake van extra inspanning.

Overwegingen

De kantonrechter overweegt dat op grond van artikel 3, lid 2 van het Besluit proceskosten bestuursrecht er sprake is van samenhang in het geval dat:
(a) door een of meer belanghebbenden gemaakte bezwaren of ingestelde beroepen, die door het bestuursorgaan of de bestuursrechter gelijktijdig of nagenoeg gelijktijdig zijn behandeld;
(b) waarin rechtsbijstand als bedoeld in artikel 1, onder a, is verleend door dezelfde persoon dan wel door een of meer personen die deel uitmaken van hetzelfde samenwerkingsverband; (c) en van wie de werkzaamheden in elk van de zaken nagenoeg identiek konden zijn.
De kantonrechter overweegt dat het verlenen van rechtsbijstand door dezelfde gemachtigde niet ter discussie staat (a). De kantonrechter is van oordeel dat aan het (nagenoeg) gelijktijdig behandelen van de beroepen is voldaan (b).
De kantonrechter is daarnaast van oordeel dat er in de onderliggende zaken sprake is van (nagenoeg) identieke werkzaamheden (c). Niet is vereist dat er tussen de onderliggende verkeersboetes overeenkomsten bestaan, bijvoorbeeld dezelfde feitcode. Evenmin is vereist dat de geschilpunten in de zaken identiek zijn. De kantonrechter stelt vast dat de gemachtigde in de beroepschriften gebruik heeft gemaakt van standaard tekstblokken. De beroepschriften hebben afgezien van de naam, datum en het CJIB-nummer, een (nagenoeg) identieke inhoud.
De kantonrechter is dan ook van oordeel dat gemachtigde in deze zaak geen reële extra inspanning heeft geleverd ten opzichte van het andere beroepschrift en dat de officier van justitie terecht heeft geconcludeerd dat er sprake is van samenhang.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard. Gelet hierop is er geen aanleiding voor het toekennen van een proceskostenvergoeding.

Beslissing

De kantonrechter:
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.A.V. van Aardenne, kantonrechter, bijgestaan door de griffier L.I.M. Appels, en in het openbaar uitgesproken op 25 juni 2025. De griffier is niet in de gelegenheid deze uitspraak mede te ondertekenen.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 90008, 4800 PA Breda. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: