Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 25 juni 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een boete ontvangen voor het rijden van 17 km per uur te hard binnen de bebouwde kom op de Ringbaan-West te Tilburg op 25 december 2023. Betrokkene heeft tegen de boete beroep aangetekend bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 25 juni 2025 heeft betrokkene verklaard dat hij op kerstmorgen naar de huisartsenpost moest voor medicijnen vanwege een ernstig zuurstofgebrek (COPD). Hij voerde aan dat de boete niet redelijk was gezien de omstandigheden. De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie heeft verzocht het beroep gegrond te verklaren, onder verwijzing naar onvolledige schouwrapporten van de flitspaal, waaruit bleek dat de handhavingsborden niet vermeld stonden.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat niet is komen vast te staan dat de gedraging heeft plaatsgevonden, mede door de onvolledigheid van de schouwrapporten. Hierdoor kon de kantonrechter niet vaststellen of er sprake was van deugdelijke bebording ten tijde van de vermeende overtreding. De kantonrechter heeft het beroep gegrond verklaard, de beschikking van de officier van justitie vernietigd en bepaald dat het betaalde bedrag van € 186,- aan betrokkene moet worden terugbetaald. Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.