Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 25 juni 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden van 19 km per uur te hard binnen de bebouwde kom op de Ringbaan West te Tilburg op 7 augustus 2023. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 25 juni 2025 heeft de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, samen met betrokkene, de zaak toegelicht. Betrokkene voerde aan dat de gedraging niet had plaatsgevonden, omdat zijn voertuig niet te hard had gereden, maar dat dit het voertuig op de andere rijbaan was. De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht om het beroep gegrond te verklaren, onder verwijzing naar onvolledige schouwrapporten van het CVOM, waarin de handhavingsborden niet waren vermeld.
De kantonrechter heeft overwogen dat niet is komen vast te staan dat de gedraging heeft plaatsgevonden. De onvolledigheid van de schouwrapporten heeft geleid tot de conclusie dat de bebording ten tijde van de vermeende gedraging niet deugde. Hierdoor is de boete ten onrechte opgelegd. De kantonrechter heeft het beroep gegrond verklaard, de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete is opgelegd vernietigd, en bepaald dat het bedrag van € 213,- dat betrokkene als zekerheid heeft betaald, door de officier van justitie moet worden terugbetaald.