ECLI:NL:RBZWB:2025:5228

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 juli 2025
Publicatiedatum
7 augustus 2025
Zaaknummer
11294366 MB VERZ 24-739
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens gedraging op Rijksweg N59

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 juli 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die was opgelegd aan [betrokkene] B.V. De boete was opgelegd omdat de bestuurder zich links van een doorgetrokken streep bevond op de Rijksweg (N59) te Nieuwerkerk op 4 juli 2023. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 3 juli 2025 was de gemachtigde van betrokkene, mr. M. Lagas, niet aanwezig, terwijl de zittingsvertegenwoordiger, mr. C.S. de Meer, wel aanwezig was.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, voldoende was komen vast te staan op basis van de verklaring van de verbalisant. De kantonrechter oordeelde dat er sprake was van twee afzonderlijke gedragingen, omdat de boetes op verschillende locaties waren opgelegd. De kantonrechter heeft ook overwogen dat de verbalisant niet in de gelegenheid was om de bestuurder staande te houden, omdat hij in een onopvallend voertuig reed. Hierdoor was het terecht dat de boete aan de kentekenhouder was opgelegd.

De kantonrechter heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gedaan en betrokkene kan binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits aan de voorwaarden wordt voldaan.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 11294366 \ MB VERZ 24-739
CJIB-nummer : 7062 5422 5915 6319
uitspraakdatum : 3 juli 2025
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene] B.V.
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : mr. M. Lagas (Appjection B.V.)

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 3 juli 2025. Namens de officier van justitie is verschenen mr. C.S. de Meer (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Gemachtigde is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: als bestuurder zich links van doorgetrokken streep bevinden (streep tussen verkeer in beide richtingen) op de Rijksweg (N59) te Nieuwerkerk op 4 juli 2023 om 17.46 uur.
Gemachtigde heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat betrokkene ten onrechte niet is staande gehouden. Het is niet duidelijk of verbalisant nog andere stopmiddelen voorhanden had nu de verbalisant heeft verklaard in een onopvallend voertuig te hebben gereden waarmee geen stopteken gegeven kon worden. Betrokkene heeft twee boetes ontvangen voor dezelfde gedraging binnen twee minuten. Er is sprake van een voortgezette handeling. Gemachtigde verzoekt een proceskostenvergoeding.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. De twee gedragingen zijn op twee verschillende pleeglocaties verricht. Er is dan ook sprake van twee afzonderlijke gedragingen.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Dit wordt ook niet betwist. Omdat de gedragingen allebei op een andere locatie zijn verricht levert dit twee afzonderlijke gedragingen op.
De boete is dus terecht opgelegd.
Uit artikel 5 van de Wahv volgt het uitgangspunt dat wanneer een gedraging wordt geconstateerd, de verbalisant de bestuurder staande houdt en zijn identiteit vaststelt, zodat hem een boete kan worden opgelegd. Slechts wanneer er geen reële mogelijkheid is geweest om de identiteit van de bestuurder vast te stellen, mag de boete aan de kentekenhouder worden opgelegd.
Volgens het zaakoverzicht heeft de verbalisant afgezien van staandehouding omdat
hij met een onopvallend voertuig reed waarmee geen stopteken gegeven kon worden.
Naar het oordeel van de kantonrechter was er dan ook geen reële mogelijkheid tot staandehouding. De boete is dus terecht opgelegd aan de kentekenhouder.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard. Gelet hierop is er geen aanleiding voor het toekennen van een proceskostenvergoeding.

Beslissing

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep ongegrond;
  • wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.A.V. van Aardenne, kantonrechter, bijgestaan door de griffier C.G. Zevenhuijzen, en in het openbaar uitgesproken op 3 juli 2025.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: