ECLI:NL:RBZWB:2025:5229

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 juli 2025
Publicatiedatum
7 augustus 2025
Zaaknummer
11311170 MB VERZ 24-769
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens parkeren in verboden zone

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 juli 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die was opgelegd aan een N.V. wegens het parkeren van een voertuig in een verboden zone op de Nieuwendijk te Vlissingen op 12 oktober 2023. De betrokkene, vertegenwoordigd door mr. M. Lagas van Appjection B.V., stelde dat de gedraging niet had plaatsgevonden omdat het voertuig aan het laden en lossen was. De officier van justitie, vertegenwoordigd door mr. C.S. de Meer, verklaarde het beroep ongegrond, wat leidde tot een procedure bij de kantonrechter. Tijdens de zitting werd vastgesteld dat de betrokkene niet was verschenen, terwijl de officier van justitie wel aanwezig was. De kantonrechter oordeelde dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs bood voor de vaststelling van de gedraging. De kantonrechter concludeerde dat er geen reden was om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant, die had aangegeven dat er gedurende zes minuten geen activiteit met betrekking tot het voertuig had plaatsgevonden. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat de betrokkene geen gebruik had gemaakt van de mogelijkheid om zijn verweer nader toe te lichten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en de betrokkene werd geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 11311170 \ MB VERZ 24-769
CJIB-nummer : 8062 5422 6188 9233
uitspraakdatum : 3 juli 2025
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene] N.V.
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : mr. M. Lagas (Appjection B.V.)

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 3 juli 2025. Namens de officier van justitie is verschenen mr. C.S. de Meer (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Gemachtigde is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: een voertuig parkeren waar dat niet mag (bord E1, parkeerverbod(szone) op de Nieuwendijk te Vlissingen op
12 oktober 2023 om 14.30 uur.
Gemachtigde heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de gedraging niet is verricht. Betrokkene was aan het laden/lossen. Betrokkene stond echter ongeveer twee meter naast het laad- en losvak vanwege de weinige ruimte die er was omdat een ander ook aan het laden/lossen was. Betrokkene stond ongeveer tien minuten binnen op het moment dat de verbalisant een foto maakte van de bus. Gemachtigde stelt dat laden/lossen niet onder parkeren valt en dat de verbalisant te weinig pardontijd in acht heeft genomen.
Het vertrouwensbeginsel is geschonden door de officier van justitie doordat een gemaakte afspraak niet is nagekomen. Gemachtigde heeft aangegeven dat geen fysieke hoorzitting op vrijdag kan plaatsvinden. Het CVOM is deze afspraak niet nagekomen. Gemachtigde heeft verzocht om een proceskostenvergoeding.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Gemachtigde is uitgenodigd voor een fysieke zitting op
16 februari 2024 bij de officier van justitie maar is niet verschenen. Dit kan worden aangemerkt als niet verschijnen ter zitting.
De verklaring van de verbalisant is voldoende om de gedraging vast te stellen.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
In zaken op grond van de Wahv biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven om te twijfelen aan de juistheid van die verklaring of indien dergelijke feiten en omstandigheden uit het dossier blijken.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De verbalisant heeft verklaard dat er gedurende een tijd van ongeveer zes minuten geen activiteit met betrekking tot het voertuig plaats heeft gevonden. Er is dan ook geen sprake van laden en/of lossen maar van parkeren.
De boete is dus terecht opgelegd.
Aan gemachtigde is de mogelijkheid geboden op een fysieke zitting zijn verweer nader toe te lichten bij de officier van justitie. Nu gemachtigde hier geen gebruik van heeft gemaakt ziet de kantonrechter geen reden dat de hoorplicht door de officier van justitie is geschonden.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard. Gelet hierop is er geen aanleiding voor het toekennen van een proceskostenvergoeding.

Beslissing

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep ongegrond;
  • wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.A.V. van Aardenne, kantonrechter, bijgestaan door de griffier C.G. Zevenhuijzen, en in het openbaar uitgesproken op 3 juli 2025.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: