ECLI:NL:RBZWB:2025:537
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.P. Broeders
- E.J. Govaers
- S. Hindriks
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete wegens overtreding van de Meststoffenwet door V.O.F. met betrekking tot gebruiksnormen voor dierlijke meststoffen
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 februari 2025, wordt de zaak behandeld van V.O.F. tegen de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, over de opgelegde bestuurlijke boetes wegens overtredingen van de Meststoffenwet (Msw) voor de jaren 2015 en 2016. De rechtbank heeft de beroepen van eiseres gegrond verklaard, waarbij de minister eerder een boete van € 0,- voor 2015 en € 45.201,50 voor 2016 had opgelegd. De rechtbank oordeelt dat de minister de boete voor 2015 ten onrechte heeft opgelegd, aangezien deze inmiddels was verlaagd naar € 0,-. Voor het jaar 2016 oordeelt de rechtbank dat de minister de boete terecht heeft opgelegd, maar dat deze gematigd moet worden vanwege overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank heeft de boete voor 2016 verlaagd naar € 33.901,-. Daarnaast heeft de rechtbank eiseres een immateriële schadevergoeding van € 3.000,- toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn en heeft zij de minister veroordeeld tot vergoeding van de kosten voor een deskundige in de bezwaarprocedure. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor de minister om zorgvuldig om te gaan met de vaststelling van boetes en de bijbehorende proceskosten.