Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Inleiding
2.Beoordeling door de rechtbank
“ongebouwde onroerende zaken waarvan de inrichting en het beheer geheel of nagenoeg geheel en duurzaam zijn afgestemd op het behoud of de ontwikkeling van natuur. Onder natuurterreinen worden mede verstaan bossen en open wateren met een oppervlakte van tenminste één hectare”
3.Conclusie en gevolgen
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de aanslag watersysteemheffing tot € 0,74;
- veroordeelt de heffingsambtenaar in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 7,20;
- gelast dat de heffingsambtenaar het betaalde griffierecht ter hoogte van € 51,- vergoedt aan belanghebbende.