Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
- het opzettelijk vervaardigen
- stoffen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, ernstige reden had om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
first offenderkan worden aangemerkt. In het nadeel van verdachte heeft de rechtbank hierbij meegewogen dat verdachte niet naar de terechtzitting is gekomen en daarmee geen verantwoordelijkheid voor zijn handelen heeft genomen.
7.Het beslag
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
een gevangenisstraf van acht maanden;
- het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en/of
- het opzettelijk vervaardigen
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen,
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, wist of ernstige reden had om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,