4.1.Op 20 augustus 2021 heeft verzoeker beroep ingesteld tegen het bestreden besluit waarin is bepaald dat verzoeker met ingang van 1 januari 2020 geen recht had op een IVA-uitkering, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Het UWV heeft op 12 februari 2025 het bestreden besluit gewijzigd, en bepaald dat verzoeker 80-100% arbeidsongeschikt wordt geacht, dat deze arbeidsongeschiktheid duurzaam is en dat verzoeker recht heeft op een IVA-uitkering. Hiermee is het UWV tegemoetgekomen aan het beroep van verzoeker.
Welk bedrag aan proceskosten moet verweerder aan verzoeker vergoeden?
5. De rechtbank wijst het verzoek als kennelijk gegrond toe. Verzoeker krijgt een vergoeding van zijn proceskosten. Het UWV moet deze vergoeding betalen. De vergoeding is met toepassing van het Bpb als volgt berekend. Voor de rechtsbijstand door een gemachtigde krijgt verzoeker een vast bedrag per proceshandeling. De gemachtigde heeft een beroepschrift ingediend en aan de zitting van de rechtbank deelgenomen. Daarnaast heeft gemachtigde twee keer een schriftelijke reactie na het deskundigenrapport ingediend (ieder een 0,5 punt). In beroep heeft elke proceshandeling een waarde van € 907,-. De vergoeding bedraagt dan in totaal € 2.721,-.
6. De gemachtigde van verzoeker heeft op 21 januari 2022 ter gelegenheid van het indienen van een deskundigenrapport uit naam van verzoeker ook verzocht om kosten voor de door hem ingeschakelde deskundige. Ten aanzien van kosten van een deskundige die aan een partij verslag heeft uitgebracht is in artikel 1, aanhef en onder b en artikel 2, eerste lid, onder b van het Bpb juncto in artikel 8:36, tweede lid, van de Awb bepaald dat deze kosten worden vastgesteld met overeenkomstige toepassing van het bepaalde en krachtens het Besluit tarieven in strafzaken (het Besluit). In artikel 6 van het Besluit is het tarief voor vergoeding van werkzaamheden waarvoor geen speciaal tarief is bepaald, vastgesteld op ten hoogste € 134,04 per uur (zoals geldend in het jaar 2021) voor het verrichten van een onderzoek als in dit geval. In artikel 15 van het Besluit is bepaald dat de bedragen, genoemd in het Besluit, worden verhoogd met de omzetbelasting die daarover is verschuldigd.
De rechtbank gaat bij het bepalen van het tarief uit van de hoogte van het forfaitaire bedrag, zoals dat geldt op dat de werkzaamheden door de deskundige zijn verricht, namelijk in het jaar 2021.
7. Naar vaste rechtspraak komen de kosten van inschakeling van een deskundige voor vergoeding in aanmerking als deze inschakeling redelijk is en de kosten zelf redelijk zijn. [naam], verzekeringsarts, van [organisatie] is aan te merken als deskundige in de zin van deze bepaling en de inschakeling van een medisch deskundige is redelijk te achten. [naam] heeft eenmaal een advies uitgebracht, dat door de gemachtigde van de verzoeker in de procedure is ingebracht.
8. De rechtbank stelt vast dat de gemachtigde een factuur van [organisatie] heeft overgelegd. Met deze factuur zijn werkzaamheden gefactureerd tot een bedrag van € 2.674,58, te verhogen met 21% btw, zijnde een bedrag van € 3.236,11. Alleen de kosten van de deskundige zelf worden vergoed. De gevorderde kosten voor administratieve en secretariële ondersteuning komen, zoals het UWV terecht heeft aangevoerd, niet voor vergoeding in aanmerking, omdat artikel 1 van het Bpb daarin niet voorziet.
Voor vergoeding komt dan in aanmerking een bedrag van 12,3 uur x € 134,04 = € 1.648,69 + 21% BTW = € 1.994,92.
De totale proceskostenveroordeling bedraagt € 4.715,92 (€ 2.721,00 + € 1.994,92).
Krijgt verzoeker een vergoeding van het griffierecht?
9. De rechtbank wijst erop dat het UWV verplicht is het door verzoeker betaalde griffierecht van € 49,- te vergoeden.Verzoeker moet zich hiervoor dan ook tot het UWV wenden.