ECLI:NL:RBZWB:2025:5648

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 augustus 2025
Publicatiedatum
21 augustus 2025
Zaaknummer
02-821102-15
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

Op 21 augustus 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1977, die momenteel verblijft in FPC [kliniek 1]. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met twee jaar toegewezen. De tbs is op 8 augustus 2023 aangevangen, na een veroordeling voor moord door het gerechtshof Den Bosch op 25 januari 2019. Tijdens de zitting op 7 augustus 2025 zijn zowel de officier van justitie als de betrokkene, bijgestaan door zijn raadsvrouw, gehoord. De deskundige van de tbs-instelling heeft verklaard dat de betrokkene lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis en dat er een laag recidiverisico is binnen de klinische setting, maar een hoog recidiverisico zonder tbs. De rechtbank oordeelt dat de verlenging van de tbs noodzakelijk is voor de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat er nog stappen gezet moeten worden in de behandeling en resocialisatie van de betrokkene, en dat de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaar moet worden verlengd.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02-821102-15
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 21 augustus 2025
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene]
geboren [geboortedag] 1977 te [geboorteplaats]
verblijvende in FPC [kliniek 1] te [plaats]
hierna: betrokkene

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie van 24 juni 2025, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna tbs) met twee jaar;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene;
- het verlengingsadvies van FPC [kliniek 1] van 5 juni 2025.

2.De procesgang

Bij arrest van het gerechtshof Den Bosch van 25 januari 2019 is betrokkene veroordeeld voor moord tot een gevangenisstraf van twaalf jaar en tbs met verpleging van overheidswege. De rechtbank constateert dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs is op 8 augustus 2023 aangevangen.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 7 augustus 2025 is de officier van justitie mr. I.M. Peters gehoord. Tevens is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. A.L. Louwerse, advocaat te Haarlem. Voorts is de deskundige
[GZ-psycholoog], GZ-psycholoog en hoofd behandelaar gehoord.

3.Het advies van de tbs-instelling

In het verlengingsadvies van de kliniek komt over betrokkene onder meer naar voren dat er bij hem sprake is van een anders gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met narcistische, borderline en antisociale kenmerken en een stoornis in het gebruik van cannabis en cocaïne, beide in langdurige remissie. Er zijn trekken van psychopathie bij betrokkene, waardoor er een hogere kans bestaat op antisociaal en agressief gedrag.
Betrokkene is op 24 augustus 2023 in de kliniek geplaatst en gestart met een regulier behandeltraject. Hij neemt hieraan deel en ondanks zijn ambivalente houding (voortkomend vanuit zijn pathologie) maakt hij langzaam een positieve ontwikkeling door. Betrokkene heeft een sterke motivatie om zichzelf en daarmee het door hem gepleegde delict te begrijpen. Hij toont zich open en leergierig en zet zich goed in voor alle behandelonder-delen. De delictanalyse is afgerond, wat geen gemakkelijk proces voor betrokkene is geweest. Betrokkene maakte hiermee de eerste stappen in zijn behandeling en heeft nog geen externe vrijheden, maar dit wordt op basis van de doorgemaakte ontwikkeling als passende volgende stap gezien in het resocialisatieproces. Met deze stap kan betrokkene laten zien hoe hij omgaat met meer vrijheden in het kader van het nakomen van afspraken, het positief blijven samenwerken en het vormgeven van zijn leven op diverse levensgebieden. In de meest recente behandelplanbespreking is met hem besproken dat een machtiging begeleid verlof zal worden aangevraagd. Verder moeten nog de nodige stappen worden gezet in de behandeling van de kernproblematiek en het opbouwen van beschermende factoren. Ook zal de door hem verzochte en inmiddels goedgekeurde overplaatsing naar FPC [kliniek 2] gaan plaatsvinden.
Binnen de klinische setting en het huidige juridische kader wordt het recidiverisico als laag ingeschat. Zonder het kader van de tbs wordt het recidiverisico op dit moment als hoog ingeschat. Het voortzetten van het verblijf in het FPC wordt dan ook nog steeds als noodzakelijk gezien om het recidiverisico laag te houden. Geadviseerd wordt om de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaar te verlengen.
Ter zitting voegt de deskundige hieraan toe dat zij sinds drie maanden betrokken is bij betrokkene. Zij bevestigt dat er veel in de kliniek aan de hand is geweest en merkt daarbij op dat het bewonderenswaardig is dat betrokkene desondanks gemotiveerd is gebleven. Inmiddels zijn er samen met de kliniek heldere toekomstdoelen bepaald. Betrokkene heeft nu vertrouwen in het toekomstperspectief. De machtiging voor begeleid verlof is inmiddels afgegeven. Nu kunnen stappen worden gezet door het opbouwen van beschermende factoren en structuren buiten de kliniek. Ook dient de betrouwbaarheid van betrokkene op orde te zijn. Zodra het onbegeleid verlof van start gaat, is de koers bepaald op zelfstandig wonen op het terrein van de kliniek. Als er goede afspraken zijn te maken en die gestructureerd kunnen worden vormgegeven dan is de verwachting dat onbegeleid verlof binnen een half jaar kan worden aangevraagd. Daar liggen ook voornamelijk de leerpunten voor betrokkene. Het is aan betrokkene om ook dan te laten zien dat hij zich gemotiveerd weet te houden en werkt aan de doelen die samen met de kliniek zijn gesteld.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie voert aan dat aan de wettelijke vereisten voor verlenging is voldaan. Voor wat betreft de duur van de verlenging persisteert zij bij de vordering tot verlenging met twee jaar. Weliswaar heeft betrokkene ondanks een moeilijke start wel goede stappen gezet, wat zeker positief is, maar gebleken is dat er gelet op de fase van de tbs-behandeling nog meer dan één jaar nodig is. Gebleken is dat betrokkene zich hieraan ook conformeert.

5.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene bevestigt dat hij wat moeite had om zijn draai te vinden in de kliniek en dat hij ook een overplaatsingsverzoek heeft gedaan. Dit had ook te maken had met de omstandigheden in de huidige kliniek waar hij geen toekomstperspectief zag. Hij staat nu met een dubbel gevoel in het goedgekeurde overplaatsingsverzoek, omdat inmiddels een nieuw hoofd behandeling is aangesteld in wie hij vertrouwen heeft en met wie een duidelijke koers is uitgezet, waarin hij zich kan vinden. Hierdoor is twijfel bij hem ontstaan over de overplaatsing. Hij staat inmiddels wel op de wachtlijst van FPC [kliniek 2]. Betrokkene kan zich in ieder geval vinden in het advies tot verlenging van de tbs met twee jaar. Hij ziet in dat hij deze tijd echt nodig zal hebben om stappen te kunnen maken. Betrokkene deelt ook mede dat hij inmiddels twee keer begeleid verlof heeft gehad en dat dit goed is verlopen.
De verdediging verzet zich niet tegen de gevorderde verlenging van de tbs met twee jaar. Met betrekking tot de voorgenomen overplaatsing zal zij binnenkort in gesprek gaan met betrokkene.

6.Het oordeel van de rechtbank

De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op het advies van de tbs-instelling en de toelichting hierop van de deskundige wordt nog steeds aan deze wettelijke criteria voldaan.
Wat de verlengingsperiode betreft is het uitgangspunt dat de tbs met een termijn van twee jaar moet worden verlengd, wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van betrokkene in het bestaande juridisch kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar. Uit de door de deskundige gegeven toelichting is voldoende naar voren gekomen dat
er nog de nodige stappen zijn te zetten, niet alleen in de behandeling van de kernproblematiek van betrokkene, maar ook in zijn resocialisatietraject. Zo is het begeleid verlof van betrokkene nog maar net van start gegaan. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de tbs met verpleging van overheidswege van betrokkene moet worden verlengd met twee jaar

7.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van betrokkene met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. P.E. van Althuis, voorzitter, mr. S.W.M. Speekenbrink en mr. C.E.M. Marsé, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. M. de Jonge en is uitgesproken ter openbare zitting op 21 augustus 2025.