ECLI:NL:RBZWB:2025:5744
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 25 augustus 2025, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over het jaar 2018 behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de belanghebbende het verschuldigde griffierecht van € 51,- niet heeft betaald. De rechtbank wijst erop dat het niet tijdig betalen van het griffierecht niet verontschuldigbaar is, aangezien de belanghebbende geen goede reden heeft gegeven voor het verzuim.
De rechtbank legt uit dat de griffier de belanghebbende op 8 oktober 2024 heeft gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en een termijn heeft gesteld. Ondanks een tweede aanmaning op 6 november 2024, waarbij de belanghebbende opnieuw in de gelegenheid werd gesteld om het griffierecht te betalen, heeft de belanghebbende dit niet gedaan. De aangetekende brief van de griffier is ongeopend terugontvangen, wat erop wijst dat de belanghebbende niet bereikbaar was op het opgegeven adres.
Uiteindelijk concludeert de rechtbank dat het beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. drs. S.J. Willems-Ruesink, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.