ECLI:NL:RBZWB:2025:5789
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- M. Hopmans
- Rechtspraak.nl
Partneralimentatie en wijziging van omstandigheden in een internationale context
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 26 augustus 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot vaststelling van partneralimentatie. De betrokken partijen zijn een vrouw en een man, die van 2007 tot 2024 met elkaar gehuwd zijn geweest en de Poolse nationaliteit hebben. De vrouw wordt vertegenwoordigd door een bewindvoerder, [de bewindvoerder] B.V., die verzoekt om een bijdrage van de man in het levensonderhoud van de vrouw. De man verzet zich tegen dit verzoek en stelt dat de vrouw een relatie heeft met zijn broer, waardoor zij geen recht meer heeft op alimentatie. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 16 juli 2025, waarbij beide partijen en hun advocaten aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw recht heeft op een bijdrage in haar levensonderhoud, ondanks de betwisting van de man. De rechtbank heeft geoordeeld dat de man niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stelling dat de vrouw samenwoont met een ander, en dat de omstandigheden sinds de echtscheiding zijn gewijzigd, waardoor een nieuwe beoordeling van de onderhoudsverplichting van de man noodzakelijk is. De rechtbank heeft de behoefte van de vrouw vastgesteld op €2.254,- netto per maand, en na rekening te houden met haar eigen inkomen, is de resterende behoefte vastgesteld op €184,- netto per maand. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot betaling van €326,- bruto per maand aan de vrouw, ingaande op de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking.