ECLI:NL:RBZWB:2025:5879
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 29 augustus 2025, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst behandeld. Het beroep betreft de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over het jaar 2020. De belanghebbende had op 30 september 2024 bezwaar ingediend, maar dit werd door de inspecteur als beroepschrift doorgestuurd naar de rechtbank Limburg. Deze rechtbank heeft het beroepschrift op 10 december 2024 doorgezonden naar de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, die bevoegd is om het beroep te behandelen.
De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht van € 51,- niet is betaald. De rechtbank legt uit dat volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het griffierecht tijdig moet worden betaald. De griffier heeft de belanghebbende herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, maar de belanghebbende heeft geen tijdige betaling verricht en ook geen verontschuldiging gegeven voor het verzuim. Hierdoor blijft het bestreden besluit in stand en wordt het beroep niet inhoudelijk beoordeeld.
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat er geen proceskostenveroordeling plaatsvindt. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan door partijen worden aangevochten door middel van een verzetschrift, dat binnen zes weken na verzending van de uitspraak moet worden ingediend.