Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.MV NEDERLAND B.V.,
2.
CENTENARIO HOLDING & INVESTMENTS B.V.,
3.
[naam 1],
4.
[naam 2],
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 19 augustus 2025
- de spreekaantekeningen van de zijde van eisers,
- de spreekaantekeningen tevens houdende akte van eis in voorwaardelijke reconventie van de zijde van de curator .
2.De feiten in conventie en in reconventie
- Bij vonnis van de rechtbank Rotterdam van 5 maart 2024 is [bedrijf] HQ BV (hierna: HQ en/of failliet) in staat van faillissement verklaard met benoeming van mr. [de bijzondere curator] tot curator.
- Enig bestuurder en enig aandeelhouder van HQ is Centenario .
- Enig aandeelhouder van Centenario is [naam 1] en enig bestuurders van Centenario zijn [naam 1] en [naam 2] .
- Enig bestuurder en enig aandeelhouder van MV is [B.V.] . Enig bestuurder van [B.V.] is [naam 1] .
- In 2024 heeft de curator conservatoir beslag gelegd op de volgende eigendommen van [naam 1] en [naam 2] :
- Bij vonnis van deze rechtbank van 14 mei 2025 (hierna: het Centenario vonnis) zijn Centenario , [naam 1] en [naam 2] wegens bestuurdersaansprakelijkheid hoofdelijk veroordeeld om aan de curator te betalen
- Deze veroordeling is uitvoerbaar bij voorraad verklaard onder de voorwaarde dat de curator elke opbrengst uit hoofde van de executie van het vonnis op de derdengeldenrekening van het kantoor van de curator overboekt of afstort ten titel van zekerheidstelling totdat het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan.
- Bij vonnis van deze rechtbank van 14 mei 2025 (hierna: het MV vonnis) is MV Nederland (onder andere) veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 2.800.625,53 en een bedrag van € 48.400,00 aan de curator . Deze veroordeling is uitvoerbaar bij voorraad verklaard onder de voorwaarde dat de curator elke opbrengst uit hoofde van de executie van het vonnis op de derdengeldenrekening van de curator overboekt of afstort ten titel van zekerheidstelling totdat het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan.
- MV , Centenario , [naam 1] en [naam 2] zijn in hoger beroep gegaan tegen het Centenario vonnis en het MV vonnis van 14 mei 2025 (hierna gezamenlijk: de vonnissen van 14 mei 2025).
- Op 2 juni 2025 is het Centenario vonnis aan Centenario , [naam 1] en [naam 2] betekend en is bevel gedaan tot betaling van het voorschot van € 2.000.000,00, wettelijke rente en kosten. Er heeft geen betaling plaatsgevonden.
- Bij brief van 4 juli 2025 bericht de curator aan de advocaat van eisers dat hij heeft besloten om de executie van de vonnissen van 14 mei jl. verder door te zetten.
- Op 14 juli 2025 is executoriaal beslag gelegd op de Ferrari en de Lamborghini.
- Op 14 juli 2025 is executoriaal beslag op de woning van [naam 1] en [naam 2] te [plaats 1] .
- Op 17 juli 2025 is het proces-verbaal van beslaglegging op de Ferrari en Lamborghini overbetekend aan [naam 1] . Hierin wordt gemeld:
- Op 8 augustus 2025 heeft de deurwaarder, onder verwijzing naar artikel 475g Rv, op verzoek van de curator [naam 1] en [naam 2] gevraagd per email opgave te doen van hun bronnen van inkomsten en vermogen.
3.Het geschil in conventie
4.Het geschil in voorwaardelijke reconventie
5.De beoordeling in conventie
6.De beoordeling in reconventie
“indien nodig, instructies inzake het afgeven van het motorrijtuig of de aanhangwagen aan de deurwaarder ten behoeve van de executie”. Deze instructie is in het proces-verbaal van 17 juli 2025 gegeven door te vermelden dat [naam 1] binnen 10 dagen contact op moet nemen met de gerechtsdeurwaarder voor het feitelijk afgeven van het motorvoertuig en de daarbij behorende papieren voor de verkoop. Dat de naam van de gerechtsdeurwaarder hierbij niet is genoemd, maakt de beslaglegging nog niet nietig. Het proces-verbaal vermeldt in de kop de naam van de gerechtsdeurwaarder die het beslag heeft gelegd, namelijk mr. R.J.V.M. [naam 3] en daarnaast is het proces-verbaal op briefpapier afgedrukt van Flanderijn Gerechtsdeurwaarders, waarbij zowel de naam van het gerechtsdeurwaarderskantoor als de contactgegevens staan vermeld. Voor [naam 1] was dan ook duidelijk, of had ten minste duidelijk moeten zijn, met welke deurwaarder, of in ieder geval welk deurwaarderskantoor, hij contact op had moeten nemen om te voldoen aan de in het proces-verbaal gegeven instructie. Van nietigheid van het beslag is dus geen sprake.