De tenlastelegging
1
hij, op of omstreeks 14 december 2024 te Tilburg
een of meerdere portemonnees met inhoud, in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten dele aan [aangeefster] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke
diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging
met geweld tegen die [aangeefster] ,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te
maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht
mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door (met
kracht) de keycord waaraan de portemonnees waren bevestigd van de nek van die
[aangeefster] te trekken en/of rukken;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
2
hij, op of omstreeks 14 december 2024 te Tilburg
een of meerdere geldbedragen van in totaal € 750,00, in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten dele aan [aangeefster] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of
dat/die weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn bereik heeft gebracht door middel
van een valse sleutel, te weten een pinpas en/of bijbehorende pincode;
( art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht)
3
hij, op of omstreeks 9 januari 2025 te Rotterdam,
een ambtenaar, [aangever] (werkzaam als Buitengewoon opsporingsambtenaar,
domein generieke opsporing, bij de Eenheid Rotterdam),
gedurende en/of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn
bediening
heeft mishandeld door die [aangever] te schoppen en/of trappen tegen het been,
althans het lichaam;
( art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 304 lid 1 ahf/sub 3° Wetboek van
Strafrecht)
4
hij, op of omstreeks 9 januari 2025 te Rotterdam
opzettelijk
een ambtenaar, te weten [aangever] (werkzaam als Buitengewoon
opsporingsambtenaar, domein generieke opsporing, bij de Eenheid Rotterdam),
gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening,
in zijn tegenwoordigheid,
mondeling en/of door feitelijkheden
heeft beledigd
door hem de woorden toe te voegen: "kankerhoerenzoon" en/of
"kankerhoerenkind", althans woorden van gelijke
beledigende aard en/of strekking
en/of
door in het gezicht en/of de richting van die [aangever] te spugen;
( art 266 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 267 lid 1 ahf/sub 2° Wetboek van
Strafrecht)