Op 9 september 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een beginnend bestuurder die betrokken was bij een verkeersongeval op 9 april 2024 in Etten-Leur. De verdachte, een jonge vrouw, werd beschuldigd van het veroorzaken van een verkeersongeval waarbij een scootmobielbestuurder, [slachtoffer], ernstig gewond raakte. De officier van justitie beschuldigde de verdachte van schuld in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet (WVW), maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor aanmerkelijke onvoorzichtigheid of onoplettendheid van de verdachte. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet de volle aandacht op de weg had gehouden, maar dat dit niet leidde tot een bewezenverklaring van artikel 6 WVW. Wel werd de verdachte schuldig bevonden aan het veroorzaken van gevaar op de weg in de zin van artikel 5 WVW, omdat zij tijdens het rijden een telefoongesprek voerde en daardoor niet voldoende op het verkeer lette. De rechtbank legde een geldboete van € 500,00 op, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis bij niet-betaling. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van bestuurders om alert te blijven, vooral in druk verkeer en bij het gebruik van mobiele telefoons.