In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres, een B.V., tegen de toekenning van een loongerelateerde uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) aan werkneemster, die volledig arbeidsongeschikt is verklaard door het UWV. De rechtbank behandelt het beroep dat is ingediend tegen het besluit van het UWV van 1 februari 2024, waarin het bezwaar van eiseres tegen de toekenning van de uitkering ongegrond werd verklaard. Eiseres betwist de volledige arbeidsongeschiktheid van werkneemster en stelt dat er ook sprake is van duurzame arbeidsongeschiktheid. De rechtbank oordeelt dat het UWV onvoldoende heeft gemotiveerd waarom werkneemster niet duurzaam arbeidsongeschikt is, en dat het medisch onderzoek niet zorgvuldig is uitgevoerd. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt het UWV op om een nieuw besluit te nemen, waarbij het UWV moet onderzoeken bij welk specifiek long covid centrum werkneemster behandeld kan worden en welke behandelresultaten verwacht kunnen worden. De rechtbank bepaalt dat het griffierecht aan eiseres moet worden vergoed en veroordeelt het UWV in de proceskosten van eiseres.