ECLI:NL:RBZWB:2025:6050

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
10 september 2025
Publicatiedatum
10 september 2025
Zaaknummer
BRE 24/6995 en 24/7472
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Openbaarmaking van documenten in het kader van de Wet open overheid

Op 10 september 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak over de openbaarmaking van documenten op basis van de Wet open overheid. Eiseressen, bestaande uit drie B.V.'s, waren het niet eens met de openbaarmaking van bepaalde documenten door de minister van Infrastructuur en Waterstaat. De rechtbank heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden die door de eiseressen zijn aangevoerd. De rechtbank oordeelde dat de minister ten onrechte verschillende documenten openbaar had gemaakt, en verklaarde het beroep van de eiseressen gegrond. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit van de minister en droeg hem op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij de rechtbank de voorlopige voorziening trof dat de openbaarmaking van de documenten geschorst werd tot het nieuwe besluit. De rechtbank oordeelde dat de minister de vertrouwelijkheid van bedrijfs- en fabricagegegevens van de eiseressen niet voldoende had gewaarborgd. De uitspraak benadrukt het belang van het motiveringsbeginsel en de bescherming van vertrouwelijke informatie in het kader van de Wet open overheid.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda
Bestuursrecht
zaaknummers: BRE 24/6995 en 24/7472
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 september 2025 in de zaken tussen

1.1. [eiseres 1] B.V., uit [plaats 1] ,

(gemachtigde: mr. R. de Bree),

2.[eiseres 2] B.V., uit [plaats 2] ,

3. [eiseres 3] B.V.uit [plaats 2] ,
(gemachtigde: mr. M.M. van Leeuwen en mr. Y. Ooijkaas)
tezamen: eiseressen,
en
de minister van Infrastructuur en Waterstaat, de minister.
(gemachtigde: mr. O. Kumar)
Als derde-partij neemt aan de zaken deel: [derde-partij] B.V. uit [plaats 3] (de derde-partij)
(gemachtigde: mr. S. Kegreisz).
Samenvatting
1. Deze uitspraak gaat over de openbaarmaking van stukken in de zin van de Wet open overheid. Eiseressen zijn het niet eens met de openbaarmaking. Zij voeren daartoe een aantal beroepsgronden aan. Aan de hand van deze beroepsgronden beoordeelt de rechtbank of de minister terecht stukken openbaar maakt.
1.1.
De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat de minister ten onrechte verschillende documenten openbaar maakt. Eiseressen krijgen dus gelijk en het beroep is dus gegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Procesverloop
2. Met het bestreden besluit van 13 september 2024 op het bezwaar van eiseressen is de minister bij dat besluit tot openbaarmaking gebleven.
2.1.
Eiseressen hebben beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
De minister heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
2.2.
De rechtbank heeft het beroep op 17 januari 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: namens eiseres 1 [persoon 1] , de gemachtigde van eiseres 1, namens eiseressen 2 en 3 [persoon 2] , de gemachtigde van eiseressen 2 en 3 en namens de minister mr. I. Kops en de gemachtigde van de minister. De derde-partij is niet verschenen.
2.3.
De termijn voor het doen van uitspraak is verlengd.
Beoordeling door de rechtbank
Feiten en omstandigheden
3. Eiseressen zijn bergers die verantwoordelijk waren bij het bergen van de [schip].
3.1.
De derde-partij heeft op 21 oktober 2023 een verzoek ingediend tot openbaarmaking van de documenten die betrekking hebben op de brand op de [schip], op de aan boord zijnde voertuigen, op de overgebleven onbeschadigde voertuigen en locaties van al die voertuigen.
3.2.
De minister heeft met het besluit van 29 december 2023 het verzoek gedeeltelijk gehonoreerd en documenten openbaar gemaakt middels uitgestelde openbaarmaking. Eiseressen hebben hiertegen bezwaar gemaakt.
3.3.
Met het bestreden besluit heeft de minister de bezwaren gegrond verklaard en heeft hij besloten tot (uitgestelde) gedeeltelijke openbaarmaking van een aantal documenten. Eiseressen hebben hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
3.4
De voorzieningenrechter heeft op 17 januari 2025 het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen en het bestreden besluit en het besluit van 29 december 2023 geschorst tot zes weken na de dag van de uitspraak in de beroepen.
Toetsingskader
4. De wettelijke regels en beleidsregels die van belang zijn voor deze zaken, staan in de bijlage bij deze uitspraak.
Bedrijfs- en fabricagegevens
5. De minister heeft met het bestreden besluit besloten tot openbaarmaking van verschillende documenten. Eiseressen hebben in beroep aangevoerd dat in een aantal documenten bedrijfs- en fabricagegegevens van hen zijn opgenomen en dat om die reden openbaarmaking daarvan achterwege moet blijven. Zij hebben ter zitting nader toegelicht dat zij als bergers tijdens de operatie veel openheid hebben betracht naar de overheid, gelet op het bijzondere karakter van de situatie. Er is daarom veel informatie, ook van hun klanten, vrijwillig en vertrouwelijk gedeeld die normaliter niet gedeeld zou worden. Voor een buitenstaander, zonder kennis van zaken, kan de informatie algemeen lijken en worden gezien als niet-concurrentiegevoelig. Een concurrent uit het werkveld zou uit de informatie echter kunnen afleiden wat de werkwijze van eiseressen is. Het betreft daardoor zeer waardevolle informatie, die zich niet voor openbaarmaking leent.
5.1.
Tussen partijen is niet in geschil dat in de documenten informatie is opgenomen die door eiseressen vertrouwelijk is gedeeld met de overheid. Dit heeft de minister ter zitting erkend.
5.2.
Een ieder kan een verzoek om publieke informatie richten tot een bestuursorgaan of een onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkzame instelling, dienst of bedrijf. In het laatste geval beslist het verantwoordelijke bestuursorgaan op het verzoek. [1] Het openbaar maken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit bedrijfs- en fabricagegegevens betreft die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld. [2]
5.3.
Volgens vaste rechtspraak moet het begrip bedrijfs- en fabricagegegevens naar zijn aard restrictief worden uitgelegd. Van bedrijfs- en fabricagegegevens is slechts sprake, indien en voor zover uit die gegevens wetenswaardigheden kunnen worden afgelezen of afgeleid met betrekking tot de technische bedrijfsvoering of het productieproces, dan wel met betrekking tot de afzet van de producten of de kring van afnemers en leveranciers. Ook gegevens die uitsluitend de financiële bedrijfsvoering betreffen, kunnen onder omstandigheden als bedrijfsgegevens worden aangemerkt. De weigeringsgrond is bedoeld om te voorkomen dat de bedrijfsgegevens die bedrijven met het oog op concurrentie geheim willen houden, maar wel genoodzaakt zijn aan bestuursorganen te verstrekken, openbaar moeten worden gemaakt. [3]
5.4.
De rechtbank zal hierna per document beoordelen of hierin bedrijfs- of fabricagegegevens zijn opgenomen die openbaar worden gemaakt.
Document 3.a.2
4. Eiseressen hebben aangevoerd dat (delen) van het document ten onrechte openbaar worden gemaakt. Het document bevat informatie over de waarneming van en beoordeling door eiseres 1 ten aanzien van de omstandigheden op het schip, en de daarbij behorende risico’s. Bovendien geldt dat de betwiste gegevens afkomstig zijn van andere documenten die zijn beoordeeld naar aanleiding van het verzoek. Ten aanzien van die documenten heeft de minister terecht geoordeeld dat sprake is van bedrijfs- en fabricagegegevens.
4.1.
De minister heeft gesteld dat geen sprake is van het knippen en plakken uit andere documenten. Document 3.a.2. bevat een korte weergave van aandachtspunten van het bestrijdingsteam. Het is niet duidelijk op welke wijze de informatie in dit document is opgenomen. Als al geput zou zijn uit een ander document, moet alsnog op zichzelf beoordeeld worden of sprake is van bedrijfs- en fabricagegegevens.
4.2.
De rechtbank is van oordeel dat de minister ten onrechte heeft besloten de informatie in het document 3.a.2. openbaar te maken. De betwiste gegevens zijn gelijkluidend aan de gegevens in document 3.a.1. Dat document is niet openbaar gemaakt omdat dit bedrijfs- en fabricagegegevens bevat. De minister heeft niet voldoende gemotiveerd waarom de betwiste gegevens in document 3.a.2. niet aan te merken zouden zijn als bedrijfs- en fabricagegegevens. Het beroep is in zoverre gegrond.
Document 3.c
5. Eiseressen hebben aangevoerd dat (delen) van het document ten onrechte openbaar worden gemaakt. Het document bevat informatie afkomstig van eiseressen over hun waarnemingen van en beoordeling van het schip. Verder bevat het informatie over de soort inspectie(s) en testen die op dat moment zijn uitgevoerd. Eiseressen hebben gesteld dat de betwiste gegevens afkomstig zijn van andere documenten die zijn beoordeeld naar aanleiding van het verzoek en niet openbaar zijn gemaakt. Ten aanzien van die documenten heeft de minister terecht geoordeeld dat sprake is van bedrijfs- en fabricagegegevens.
5.1.
De minister heeft gesteld dat geen sprake is van het knippen en plakken uit andere documenten. Die andere documenten bevatten ook feitelijkheden en bevindingen. Er is geen hechte verwevenheid met de technische bedrijfsvoering van eiseressen. Bovendien is over de informatie gesproken in verschillende mediaberichten door eiseressen zelf. De informatie is daarmee openbaar.
5.2.
De rechtbank is van oordeel dat de minister onvoldoende heeft onderbouwd dat de informatie in document 3.c openbaar gemaakt kan worden. De betwiste gegevens zouden afkomstig kunnen zijn uit document 3.c.1. Dit document is echter niet overgelegd door de minister. De rechtbank kan daarmee niet beoordelen of de betwiste gegevens in een ander document aangemerkt zijn als bedrijfs- en fabricagegegevens. Het beroep is in zoverre gegrond.
Document 4a
6. Eiseres 1 heeft aangevoerd dat (delen) van het document ten onrechte openbaar worden gemaakt. Het document bevat informatie over de lading van het schip. Die informatie is vertrouwelijk van een klant van eiseres 1 ontvangen. Voorts zien de betwiste gegevens op de handelswijze van eiseres 1.
6.1.
De minister heeft gesteld dat over de informatie gesproken is in verschillende mediaberichten door eiseressen zelf. De informatie is daarmee openbaar. Uit de informatie is niet af te leiden hoe eiseressen te werk zijn gegaan.
6.2.
De rechtbank stelt vast dat het document een aantal feitelijke gegevens bevat, en daarnaast gegevens die mogelijk kunnen worden aangemerkt als bedrijfs- en fabricagegegevens. Verder is ook een groot deel van het document weggelakt, omdat het buiten de reikwijdte van het verzoek valt, maar dat is niet in geschil. Ten aanzien van de tekst op pagina 1 van het document stelt de rechtbank vast dat dit feitelijke gegevens zijn. Ten aanzien van de gegevens op pagina 1 heeft de minister terecht besloten dat deze informatie openbaar mocht worden gemaakt. Op pagina 2 van document 4a, bij de twee gedachtestreepjes die niet zijn weggelakt (de overige informatie is weggelakt omdat deze buiten de reikwijdte van het verzoek valt) is informatie opgenomen, die zou kunnen worden aangemerkt als bedrijfsgegevens. Er wordt immers ingegaan op mogelijke manieren van bergen. De rechtbank is van oordeel dat de minister ten onrechte heeft besloten om die gegevens openbaar te maken. Het beroep is in zoverre gegrond.
Document 8
7. Eiseres 1 heeft aangevoerd dat (delen) van het document ten onrechte openbaar worden gemaakt. Het document bevat informatie over de inhoud van het schip, de beoordeling door eiseres 1 en de wijze van communicatie tussen eiseres 1 en de autoriteiten. Dit maakt onderdeel uit van de bedrijfsvoering.
7.1.
De minister heeft gesteld dat de informatie in het document geen onderdeel uitmaakt van de technische bedrijfsvoering van eiseressen.
7.2.
De rechtbank stelt vast dat een groot deel van de gegevens in dit document is weggelakt omdat de informatie om andere redenen niet openbaar wordt gemaakt. Na kennisneming van het restant dat volgens verweerder wel openbaar gemaakt kan worden, is de rechtbank van oordeel dat de minister zich op het standpunt kon stellen dat de informatie in document 8 openbaar kan worden gemaakt. De informatie in het document betreft communicatie tussen een bedrijf en een instantie. Deze informatie is niet aan te merken als bedrijfs- en fabricagegegevens van eiseres 1.
Document 10
8. Eiseressen hebben aangevoerd dat (delen) van het document ten onrechte openbaar worden gemaakt. Het document bevat informatie over de lading van het schip, alsook de handelswijze van eiseressen, doordat onder andere wordt aangegeven in welke volgorde het bergingsproces nader vorm zal worden gegeven.
8.1.
De minister heeft gesteld dat onduidelijk is op welke wijze de volgorde van het bergingsproces wordt weergegeven. Het document bevat geen informatie over de wijze waarop eiseressen de berging hebben uitgevoerd, de planning die zij hebben aangehouden en welke keuzes zij in dat verband hebben gemaakt.
8.2.
De rechtbank stelt vast dat de informatie in document 10 die binnen de reikwijdte van het verzoek valt gegevens bevat over de lading aan boord, en de staat daarvan. Verder ziet de informatie op de staat van het schip op het moment van binnenkomst in de haven. Deze gegevens bevatten naar het oordeel van de rechtbank weliswaar feitelijkheden, maar ook bedrijfsgegevens van eiseressen, omdat uit die feitelijkheden een mogelijke werkwijze kan worden afgeleid. De minister heeft naar het oordeel van de rechtbank ten onrechte besloten deze informatie openbaar te maken. Het beroep is in zoverre gegrond.
Document 22a
9. Eiseressen hebben aangevoerd dat (delen) van het document ten onrechte openbaar worden gemaakt. Het document bevat informatie over de opdracht van eiseressen, de inhoud van het schip en de beoordeling door eiseressen. Bovendien geldt dat de betwiste gegevens afkomstig zijn van andere documenten die zijn beoordeeld naar aanleiding van het verzoek. Ten aanzien van die documenten heeft de minister terecht geoordeeld dat sprake is van bedrijfs- en fabricagegegevens.
9.1.
De minister is van oordeel dat dat geen sprake is van knippen en plakken uit andere documenten. Het document dient op zichzelf beoordeeld te worden. De omschreven feitelijke weergave van de lading geeft geen inzicht in de bedrijfsstrategie van eiseressen en laat niet zien op welke wijze de lading van boord is gehaald.
9.2.
De rechtbank stelt vast dat het document drie pagina’s omvat. Een groot deel van de gegevens in het document valt buiten de reikwijdte van het verzoek. De rechtbank stelt verder vast dat de informatie op pagina 1 niet kan worden aangemerkt als bedrijfs- en fabricagegegevens. Het gaat om algemene feitelijke informatie over de betrokkenheid van een overheidsorgaan, en andere instanties en bedrijven. De minister heeft die informatie terecht openbaar gemaakt.
Dit geldt niet voor de gegevens op pagina 2 van het document. Deze gegevens betreffen informatie over de opdracht aan eiseressen, de inhoud van het schip en de beoordeling daarvan door eiseressen. Dit ziet op de feitelijke werkwijze door eiseressen en kan daarmee worden aangemerkt als bedrijf- en fabricagegevens. Het beroep is in zoverre gegrond.
Verschillende verzoeken
10. Op 30 oktober 2023 heeft Rijkswaterstaat Zee en Delta (hierna: RWS) een aan dit verzoek gelijkluidend verzoek ontvangen. De minister heeft namens RWS beslist op het verzoek. Eiseressen 2 en 3 hebben bezwaar gemaakt tegen dat besluit. De minister heeft vervolgens op 18 juni 2024 een beslissing op bezwaar genomen.
10.1
Eiseressen hebben aangevoerd dat de minister namens RWS met het besluit van 18 juni 2024 heeft geoordeeld dat zij niet overgaat tot openbaarmaking omdat sprake is van bedrijfs- en fabricagegegevens. Dat de minister in deze zaak heeft gesteld dat geen sprake is van bedrijfs- en fabricagegegevens, is niet met die beslissing te rijmen.
10.2.
De minister heeft gesteld dat het besluit van 18 juni 2024 betrekking had op andere documenten dan in deze zaak. Bovendien is een bestuursorgaan er niet toe gehouden om dezelfde afweging te maken bij gelijkluidende verzoeken bij verschillende dienstonderdelen. Elk dienstonderdeel vervult een andere wettelijk opgedragen taak die een rol kan spelen bij de afweging om documenten wel of niet openbaar te maken.
10.3.
De rechtbank overweegt dat aan eiseressen kan worden toegegeven dat het niet efficiënt en adequaat lijkt dat door verschillende dienstonderdelen van de minister een afzonderlijke beslissing is genomen op een gelijkluidend verzoek van de derde-partij. Dit kan echter niet leiden tot een vernietiging van onderhavig besluit, nu verweerder gehouden was om op het verzoek van derde-partij te beslissen.
Conclusie en gevolgen
11. Het beroep is gegrond omdat het bestreden besluit in strijd is met het motiveringsbeginsel. Dit betekent dat de minister ten onrechte heeft besloten tot openbaarmaking van verschillende (delen van) documenten. De rechtbank vernietigt daarom het bestreden besluit voor zover daarbij is besloten tot openbaarmaking van document 3.a.2, document 3.c, pagina 2 van document 4a, document 10 en pagina 2 van document 22a. De rechtbank ziet geen reden om de rechtsgevolgen van het besluit voor zover dat wordt vernietigd in stand te laten of er zelf een beslissing over te nemen. Ook draagt de rechtbank niet aan de minister op om het gebrek te herstellen met een betere motivering of een ander besluit (een zogenoemde bestuurlijke lus). Dit is volgens de rechtbank geen doelmatige en efficiënte manier om de zaak af te doen.
11.1.
De rechtbank bepaalt met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht dat de minister een nieuw besluit moet nemen met inachtneming van deze uitspraak. De rechtbank geeft de minister hiervoor een termijn van zes weken.
11.2.
De rechtbank treft ambtshalve de voorlopige voorziening dat het primair besluit van 29 december 2023 wordt geschorst tot twee weken na het nieuw te nemen besluit. Dit betekent dat de minister tot dat moment niet mag overgaan tot openbaarmaking van de documenten.
11.3.
Omdat het beroep gegrond is, moet de minister het griffierecht aan eiseres 1 en eiseressen 2 en 3 vergoeden en krijgen eiseressen ook een vergoeding van hun proceskosten.
De minister moet deze vergoeding betalen. Deze vergoeding bedraagt € 1.814,-, omdat de gemachtigden van eiseressen een beroepschrift hebben ingediend en aan de zitting hebben deelgenomen. Verder zijn er geen kosten gemaakt die vergoed kunnen worden.
Beslissing
De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het besluit van 13 september 2024 voor zover daarin is besloten tot openbaarmaking van delen van document 3.a.2, document 3.c, pagina 2 van document 4, document 10 en pagina 2 van document 22a;
- draagt de minister op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- treft de voorlopige voorziening dat het primaire besluit van 29 december 2023 wordt geschorst tot twee weken na het nieuw te nemen besluit;
- bepaalt dat de minister het griffierecht van € 371,- aan eiseres 1 en € 371,- aan eiseressen 2 en 3 moet vergoeden;
- veroordeelt de minister tot betaling van € 1.814,- aan proceskosten aan eiseres 1 en € 1.814,- aan proceskosten aan eiseres 2 en 3.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, in aanwezigheid van mr. T.A.A. van Hooijdonk, griffier, op 10 september 2025 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving
Wet open overheid (Woo)
Artikel 4.1, eerste lid, van de Woo
Eenieder kan een verzoek om publieke informatie richten tot een bestuursorgaan of een onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkzame instelling, dienst of bedrijf. In het laatste geval beslist het verantwoordelijke bestuursorgaan op het verzoek.
Artikel 5.1, eerste lid, onder c, van de Woo
Het openbaar maken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit:
bedrijfs- en fabricagegevens betreft die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld;

Voetnoten

1.Artikel 4.1, eerste lid, van de Woo.
2.Artikel 5.1, eerste lid, onder c, van de Woo.
3.Vergelijk Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State 4 november 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2610 over artikel 10, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet openbaarheid van Bestuur..