ECLI:NL:RBZWB:2025:6118
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
Op 16 september 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak BRE 25/1306, waarin belanghebbende beroep heeft ingesteld tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting. Het beroep is ingediend tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Breda, gedateerd 27 februari 2025. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht van € 53,- niet tijdig is betaald. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, aangezien artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dit mogelijk maakt in gevallen van kennelijke niet-ontvankelijkheid.
De rechtbank heeft in haar beoordeling aangegeven dat de belanghebbende op 5 maart 2025 door de griffier is gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en dat deze betaling binnen vier weken moest plaatsvinden. Ondanks een tweede aanmaning op 3 april 2025, die aangetekend is verzonden, heeft de belanghebbende het griffierecht niet betaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanmaningen zijn verzonden naar het door belanghebbende opgegeven adres, maar dat de tweede aanmaning ongeopend is teruggestuurd. Een derde poging om de belanghebbende te bereiken is op 1 mei 2025 gedaan, maar ook deze is niet succesvol geweest.
Aangezien de belanghebbende geen verontschuldiging heeft gegeven voor het niet tijdig betalen van het griffierecht, heeft de rechtbank geconcludeerd dat het beroep niet-ontvankelijk is. Dit betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk heeft beoordeeld en dat de bestreden uitspraak in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden geraadpleegd via rechtspraak.nl.