ECLI:NL:RBZWB:2025:6127
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 september 2025, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de bestreden uitspraak op bezwaar van de invorderingsambtenaar behandeld. Het beroep betreft een aanmaning en de bijbehorende aanmaningskosten in verband met de betaling van een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht niet is betaald en het niet betalen niet verontschuldigbaar is. De rechtbank doet uitspraak zonder zitting, zoals toegestaan door artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank legt uit dat iemand die beroep instelt, verplicht is het griffierecht te betalen, dat in deze zaak € 53,- bedraagt. De griffier heeft de belanghebbende op 4 maart 2025 gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en meegedeeld dat dit binnen vier weken moest worden voldaan. Ondanks een aangetekende herinnering op 2 april 2025, heeft de belanghebbende het griffierecht niet tijdig betaald. De rechtbank concludeert dat er geen verontschuldiging is voor het verzuim, waardoor het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard. Dit betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.