In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 september 2025, wordt het beroep van eiseres B.V. beoordeeld. Eiseres heeft een beroep ingesteld tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) omdat het UWV niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 16 mei 2024 voor herbeoordeling van de WIA-uitkering van een (ex-)werkneemster. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, aangezien het UWV de beslistermijn van acht weken na ontvangst van de aanvraag op 17 mei 2024 heeft overschreden. Eiseres heeft het UWV op 14 maart 2025 in gebreke gesteld, maar het UWV heeft tot op heden geen besluit genomen. De rechtbank bepaalt dat het UWV binnen twee weken na deze uitspraak alsnog een besluit moet nemen, maar geeft het UWV vier maanden de tijd om dit te doen, gezien de noodzaak voor een zorgvuldige herbeoordeling. Tevens wordt een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor het griffierecht en proceskosten, die het UWV moet betalen.