ECLI:NL:RBZWB:2025:6164
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
Op 15 september 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een belanghebbende en de inspecteur van de Belastingdienst. Het beroep van de belanghebbende was gericht tegen een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over het jaar 2023. De rechtbank oordeelde dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was omdat het griffierecht niet was betaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat de belanghebbende op 20 januari 2025 door de griffier was gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, dat binnen vier weken voldaan moest worden. Ondanks een tweede herinnering op 18 februari 2025, heeft de belanghebbende het griffierecht niet tijdig betaald. De rechtbank concludeerde dat er geen verontschuldigbare reden was voor het niet betalen van het griffierecht, waardoor het beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat, zelfs als het griffierecht was betaald, het beroep te laat was ingediend, waardoor een inhoudelijke beoordeling van de aanslag niet mogelijk was. De rechtbank droeg de inspecteur op om het tweede bezwaarschrift van de belanghebbende als een verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslag in behandeling te nemen.