ECLI:NL:RBZWB:2025:6173

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 september 2025
Publicatiedatum
15 september 2025
Zaaknummer
BRE 25/8
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in WOZ-zaak

Op 15 september 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak BRE 25/8, waarin belanghebbende beroep aantekende tegen de WOZ-beschikking/aanslag gemeentelijke belastingen van de gemeente Hilvarenbeek. De rechtbank heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard omdat belanghebbende het verschuldigde griffierecht van € 53,- niet tijdig heeft betaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat belanghebbende herhaaldelijk is gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, maar dat deze betaling niet heeft plaatsgevonden. De griffier heeft belanghebbende via verschillende brieven, waaronder een aangetekende brief, in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te voldoen, maar deze brieven zijn niet opgevolgd. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen verontschuldigbare reden is voor het niet tijdig betalen van het griffierecht, waardoor het beroep niet inhoudelijk kon worden beoordeeld. De rechtbank heeft de beslissing genomen om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren, wat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft en er geen proceskostenveroordeling plaatsvindt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 25/8

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 september 2025 in de zaak tussen

[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Hilvarenbeek, de heffingsambtenaar.

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van belanghebbende tegen de bestreden uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar. Het beroep ziet op de WOZ-beschikking/aanslag gemeentelijke belastingen voor het object [adres] te [plaats] met [aanslagnummer].
1.1.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het griffierecht niet is betaald en het niet betalen niet verontschuldigbaar is. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader
3. Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41 van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 53,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is. Dat betekent dat er een goede reden moet zijn waarom het griffierecht niet (tijdig) is betaald.
Heeft belanghebbende het griffierecht tijdig betaald?
4. De griffier heeft belanghebbende bij brief van 13 januari 2025 gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en meegedeeld dat dit binnen vier weken moet zijn voldaan. De griffier heeft vervolgens bij aangetekend verzonden brief van 11 februari 2025 belanghebbende nogmaals in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van die brief. De envelop waarin de aangetekende brief is verzonden, is ongeopend terugontvangen met de vermelding “niet afgehaald; retour afzender”. Blijkens de na de retourontvangst ingewonnen informatie staat belanghebbende in de basisregistratie personen ingeschreven op het adres zoals vermeld op de brief. Bij gewone brief van 20 maart 2025 is de brief van 11 februari 2025 nogmaals gestuurd, nu met het verzoek om uiterlijk binnen twee weken te reageren.
5. Belanghebbende heeft het griffierecht niet op tijd betaald.
Is het niet tijdig betalen verontschuldigbaar?
6. Belanghebbende heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en dat het bestreden besluit in stand blijft. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. S.J. Willems-Ruesink, rechter, in aanwezigheid van
R.M. Rosta, griffier, op 15 september 2025 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier, De rechter,
Deze uitspraak is in Mijn Rechtspraak geplaatst en wordt aan de partij die niet digitaal procedeert aangetekend per post verzonden op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.