ECLI:NL:RBZWB:2025:6308

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
19 september 2025
Publicatiedatum
19 september 2025
Zaaknummer
25/1232
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak

In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 september 2025 uitspraak gedaan in een belastingrechtelijke kwestie. De belanghebbende, vertegenwoordigd door M/O Advies B.V., had op 23 september 2024 een brief gestuurd naar de Belastingdienst, waarin hij zijn onvrede over naheffingsaanslagen omzetbelasting kenbaar maakte. Deze brief werd door de inspecteur als beroepschrift aangemerkt en naar de rechtbank gestuurd. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn, omdat het griffierecht van € 194,- niet is betaald. De rechtbank heeft de belanghebbende herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, maar de belanghebbende heeft geen tijdige betaling verricht en ook geen verontschuldiging voor het verzuim gegeven. Hierdoor kon de rechtbank de beroepen niet inhoudelijk beoordelen en blijven de bestreden besluiten in stand. De rechtbank heeft besloten de beroepen niet-ontvankelijk te verklaren, zonder dat er aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 25/1232 t/m 25/1235

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 september 2025 in de zaak tussen

[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende

(gemachtigde: M/O Advies B.V.),
en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

Inleiding

1. Belanghebbende heeft op 23 september 2024 een brief gestuurd, ontvangen bij de Belastingdienst op 16 december 2024. In deze brief staat dat belanghebbende het niet eens is met de naheffingsaanslagen omzetbelasting met aanslagnummers [aanslagnummer 1], [aanslagnummer 2], [aanslagnummer 3] en [aanslagnummer 4]. De brief is aangemerkt als reactie op de uitspraken op bezwaar over de naheffingsaanslagen van 18 oktober 2024. De inspecteur heeft de brief aangemerkt als een beroepschrift en doorgezonden naar de rechtbank, omdat de rechtbank bevoegd is het beroepschrift te behandelen.
1.1.
Omdat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank komt tot het oordeel dat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn omdat het griffierecht niet is betaald en het niet betalen niet verontschuldigbaar is. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader
3. Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41 van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 194,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is. Dat betekent dat er een goede reden moet zijn waarom het griffierecht niet (tijdig) is betaald.
Heeft belanghebbende het griffierecht tijdig betaald?
4. De griffier heeft belanghebbende bij brief van 4 maart 2025 gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en meegedeeld dat dit binnen vier weken moet zijn voldaan. De griffier heeft vervolgens bij aangetekend verzonden brieven van 2 april 2025 en 14 mei 2025 belanghebbende nogmaals in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van die brief. Uit informatie van PostNL is gebleken dat de aangetekend verzonden brieven op 9 april 2025 om 13:48 uur en op 15 mei 2025 om 14:41 uur zijn bezorgd en dat voor ontvangst is getekend.
5. Belanghebbende heeft het griffierecht niet op tijd betaald.
Is het niet tijdig betalen verontschuldigbaar?
6. Belanghebbende heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.

Conclusie en gevolgen

7. De beroepen zijn daarom niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank de beroepen niet inhoudelijk beoordeelt en dat de bestreden besluiten in stand blijven. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. S.J. Willems-Ruesink, rechter, in aanwezigheid van
R.P.A.G. Dekkers, griffier, op 19 september 2025 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Deze uitspraak is in Mijn Rechtspraak geplaatst en wordt aan de partij die niet digitaal procedeert aangetekend per post verzonden op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.