Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 september 2025 in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaats] , eiser,
Samenvatting
.Eiser krijgt dus gelijk en het beroep is daarom gegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit heeft.
Feiten en procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
.Daarin is inzichtelijk gemotiveerd dat, uitgaande van de vastgestelde beperkingen, eiser de werkzaamheden kan verrichten die verbonden zijn aan deze functies. Eisers standpunt dat hij niet in staat is de geduide functies te verrichten, vloeit mede voort uit zijn opvatting dat zijn medische beperkingen zijn onderschat. Zoals de rechtbank in overweging 5.5 heeft geconcludeerd, is die opvatting niet juist.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- herroept het primaire besluit
- bepaalt dat het UWV het griffierecht van € 51,00 aan eiser moet vergoeden;
- veroordeelt het UWV tot betaling van € 2.201,00 aan proceskosten aan eiser.