ECLI:NL:RBZWB:2025:6338
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onterecht opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting door invoeren onjuist kenteken
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Breda, die op 29 oktober 2024 een naheffingsaanslag parkeerbelasting had opgelegd. De naheffingsaanslag van € 63,95 was opgelegd omdat de heffingsambtenaar constateerde dat er geen parkeerbelasting was voldaan voor een auto die op 31 augustus 2024 geparkeerd stond. Belanghebbende had echter een andere auto aangemeld in de parkeerapp, wat leidde tot de naheffingsaanslag.
De rechtbank oordeelt dat belanghebbende wel degelijk de verschuldigde parkeerbelasting heeft betaald, ondanks dat hij een onjuist kenteken had ingevoerd. De rechtbank stelt vast dat het onjuist ingevoerde kenteken in grote mate overeenkomt met het juiste kenteken van het geparkeerde voertuig. De rechtbank concludeert dat de naheffingsaanslag ten onrechte is opgelegd, omdat belanghebbende de verschuldigde belasting heeft voldaan. De rechtbank vernietigt daarom de naheffingsaanslag en de uitspraak op bezwaar, en bepaalt dat de heffingsambtenaar het griffierecht aan belanghebbende moet vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, en is openbaar gemaakt op 19 september 2025. Belanghebbende heeft geen proceskosten gemaakt die vergoed kunnen worden. De rechtbank wijst erop dat een partij die het niet eens is met deze uitspraak, binnen zes weken hoger beroep kan instellen bij het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch.