ECLI:NL:RBZWB:2025:6437

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
26 september 2025
Publicatiedatum
26 september 2025
Zaaknummer
02-264531-24
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van voorbereidingshandelingen in drugszaken door gebrek aan bewijs van het NFI

Op 26 september 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 20 april 2023 handelingen heeft verricht die gericht waren op de productie van harddrugs. De verdachte werd aangehouden op de A16, waar hij met zijn Volkswagen Transporter werd gecontroleerd. Tijdens deze controle werden in de laadruimte van het voertuig twee pallets met 33 jerrycans aangetroffen, waarvan werd vermoed dat ze chemicaliën bevatten die gebruikt kunnen worden voor de vervaardiging van synthetische drugs. De officier van justitie baseerde zijn bewijs op een rapport van de Landelijke Faciliteit Ontmantelen (LFO), maar de verdediging betwistte de betrouwbaarheid van dit bewijs, omdat het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) ontbrak. De rechtbank oordeelde dat de indicatieve test van het LFO onvoldoende bewijs bood voor een veroordeling. De rechtbank concludeerde dat er geen ander bewijs was dat de aangetroffen substanties daadwerkelijk mierenzuur en formamide waren. Gezien het ontbreken van het NFI-rapport en de aard van de test, sprak de rechtbank de verdachte vrij van het ten laste gelegde feit.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02-264531-24
vonnis van de meervoudige kamer van 26 september 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte]
Geboren op [geboortedag] 2001 te [geboorteplaats]
ingeschreven in de basisregistratie personen op het [adres]
,
thans uit ander hoofde gedetineerd in [verblijfplaats]
raadsman mr. J.G.W.M. Lut, advocaat te Den-Haag

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 12 september 2025, waarbij de officier van justitie, F. van Peski, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte
samen met een ander op 20 april 2023 handelingen heeft verricht (te weten het vervoeren en voorhanden hebben van chemicaliën ) die zijn gericht op het voorbereiden of bevorderen van de productie van harddrugs.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan op basis van het rapport van de Landelijke Faciliteit Ontmantelen (hierna: LFO) in combinatie met het proces-verbaal van bevindingen. De ambtenaren van LFO zijn specialisten in het herkennen van verdovende middelen. Er is derhalve geen enkele aanleiding om aan de inhoud van de geteste jerrycans te twijfelen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geconcludeerd tot vrijspraak van het ten laste gelegde. Door de verdediging is aangevoerd dat er naast de indicatieve test van het LFO geen testuitslag van het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) in het dossier is opgenomen. Dit terwijl uit het rapport van het LFO blijkt dat de monsters ter analyse naar het NFI zouden worden overgebracht. Nu dit rapport ontbreekt is er onvoldoende bewijs om tot een bewezenverklaring te komen en vrijspraak moet volgen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Op 20 april 2023 reed verdachte met zijn Volkswagen Transporter voorzien van het [kenteken] op de A16. Het voertuig werd door de politie ter controle stilgezet. Verdachte kon tijdens deze controle geen rijbewijs of identiteitsbewijs tonen. Om deze reden is er bij hem en in het voertuig gezocht naar een identiteitsbewijs. Bij dit onderzoek troffen de politieambtenaren in de laadruimte van de Volkswagen twee pallets met daarop 33 jerrycans aan. Na onderzoek ontstond het vermoeden dat er zich chemicaliën in deze jerrycans bevonden, welke grondstoffen zijn voor het vervaardigen van synthetische drugs of het eindproduct hiervan bevatten. Op 20 april 2023 werd door het LFO een onderzoek hiernaar ingesteld. Uit dit onderzoek bleek dat het zou gaan om 200 liter mierenzuur en 460 liter formamide. Dit betreffen chemicaliën die kunnen worden gebruikt voor de vervaardiging van amfetamine middels de Leuckart methode.
Uit het rapport van het LFO blijkt dat de monsters zouden worden overgedragen naar het NFI en dat het rapport hiervan zou worden nagezonden. Dit rapport is niet in het dossier aangetroffen. De test die is gedaan door het LFO is slechts indicatief. Een indicatieve test is, naar zijn aard, indicatief en niet concluderend en hiermee in beginsel onvoldoende om tot een bewezenverklaring te komen. Ook is in het dossier geen sprake van andere bewijsmiddelen waaruit de rechtbank kan vaststellen dat de aangetroffen substanties mierenzuur en formamide zouden zijn. Het gegeven dat de ambtenaren van het LFO specialisten zijn in het herkennen van hiervoor genoemde chemicaliën acht de rechtbank – anders dan de officier van justitie – niet voldoende.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte daarom dient te worden vrijgesproken van het ten laste gelegde.

5.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
-
spreekt verdachte vrijvan het aan hem tenlastegelegde feit.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.W.M. Speekenbrink, voorzitter, mr. W.A.H.A. Schnitzler-Strijbos en mr. K. Verschueren, rechters, in tegenwoordigheid van K. de Klerk-Van Rijs, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 26 september 2025.
Mr K. Verschueren is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te onderteken.

6.Bijlage I

De tenlastelegging
hij, op of omstreeks 20 april 2023 te Zevenbergschen Hoek, gemeente Moerdijk, in
elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet,
te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren,
verstrekken, vervoeren, vervaardigen en/of voorhanden hebben van een (of
meerdere) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende amfetamine
en/ofMDMA en/of tenamfetamine en/of N-ethyl MDA,
zijnde amfetamine en/of MDMA en/of tenamfetamine en/of N-ethyl MDA
(telkens) een middel op de bij de Opiumwet behorende lijst T, dan wel aangewezen
krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet,
voor te bereiden en/of te bevorderen,
(onder meer) heeft vervoerd en/of aarnvezig heeft gehad een grote hoeveelheid
chemicaliën, te weten ongeveer 10 jerrycans x20 liter mierenzuur en/ofongeveer 23
jerrycans x 20 liter formamide
waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen
hacl(clen) te vermoeden, dat dat/die goed(eren) bestemd was/waren tot het plegen
van dat/die feit(en);
art lOa lid 1 ahf/sub 1 Opiumwet, art lOa lid 1 ahf/sub 2 Opiumwet, art lOa lid 1
ahf/sub 3 Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)