ECLI:NL:RBZWB:2025:6488
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbreken procesbelang en termijnoverschrijding in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 29 september 2025, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de WOZ-beschikking en de aanslag rioolheffing behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de belanghebbende geen procesbelang heeft en het beroep te laat is ingediend. De belanghebbende had beroep aangetekend tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 3 november 2023, maar de rechtbank stelt vast dat de heffingsambtenaar de WOZ-beschikking en de aanslag heeft vernietigd, waardoor er geen openstaand bedrag meer is. Dit betekent dat de belanghebbende geen belang meer heeft bij de procedure, wat leidt tot niet-ontvankelijkheid van het beroep.
Daarnaast is het beroepschrift buiten de wettelijke termijn van zes weken ingediend. De termijn begon op 4 november 2023 en eindigde op 15 december 2023. De rechtbank concludeert dat het beroep op 16 december 2023 op de post is gedaan, wat te laat is. De belanghebbende is meerdere keren in de gelegenheid gesteld om redenen voor de termijnoverschrijding te geven, maar heeft hier niet op gereageerd. Hierdoor is ook om deze reden het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank besluit dat het bestreden besluit in stand blijft en er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan door partijen worden aangevochten via een verzetschrift binnen zes weken na verzending.