Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 oktober 2025 in de zaak tussen
[eiser], uit [plaats], eiser
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
Op 9 oktober 2024 heeft eiser een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van de eerste maand huur en administratiekosten. De ISD heeft deze aanvraag met het primaire besluit afgewezen. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit. Met het bestreden besluit is het bezwaar ongegrond verklaard. Daaraan is ten grondslag gelegd dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat een (acute) noodzaak bestond om te verhuizen.
Conclusie
.Het beroep is ongegrond
.Omdat het beroep ongegrond is, krijgt eiser geen proceskostenvergoeding. Ook krijgt eiser het griffierecht niet vergoed. Er is geen grond voor toekenning van schadevergoeding in de vorm van wettelijke rente
.
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.