ECLI:NL:RBZWB:2025:6851
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Teruggaaf bpm bij uitvoer auto
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 19 november 2024. Belanghebbende heeft verzocht om een teruggaaf van op aangifte betaalde belasting van personenauto’s en motorrijwielen (teruggaaf Bpm). De inspecteur heeft het verzoek afgewezen en geen teruggaaf Bpm verleend. De rechtbank heeft het beroep op 29 augustus 2025 op zitting behandeld, waarbij belanghebbende en de inspecteur aanwezig waren. Namens de inspecteur waren mr. [inspecteur 1], mr. [inspecteur 2] en mr. [inspecteur 3] aanwezig, terwijl belanghebbende bijgestaan werd door [naam].
Belanghebbende heeft op 13 december 2023 een verzoek ingediend om teruggaaf Bpm voor een bedrag van € 23.650 wegens de export van een Land Rover Defender. Bij beschikking van 28 maart 2024 heeft de inspecteur het verzoek afgewezen. De inspecteur heeft het verzoek om teruggaaf Bpm afgewezen omdat de auto tijdelijk in Duitsland geregistreerd zou zijn. Ter zitting heeft de inspecteur zijn standpunt gewijzigd, na vaststelling dat de auto daadwerkelijk naar Duitsland is vervoerd. De inspecteur is het ermee eens dat belanghebbende recht heeft op een teruggaaf Bpm van € 23.650.
De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is en dat belanghebbende recht heeft op een teruggaaf Bpm van € 23.650. De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar en bepaalt dat de inspecteur het griffierecht van € 51 aan belanghebbende moet vergoeden. Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. S.J. Willems-Ruesink, rechter, in aanwezigheid van mr. C.C. van den Berg, griffier, op 10 oktober 2025. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan in hoger beroep worden aangevochten binnen zes weken na verzending.