ECLI:NL:RBZWB:2025:6945
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen bestreden besluit UWV inzake beslaglegging Werkloosheidswetuitkering
In deze uitspraak beslist de rechtbank Zeeland-West-Brabant over het beroep van eiser tegen het besluit van het UWV van 31 januari 2024. Dit besluit verklaarde het bezwaar van eiser tegen de beslaglegging op zijn Werkloosheidswetuitkering ongegrond. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht niet is betaald en dit niet verontschuldigbaar is. Eiser had in zijn beroepschrift van 27 februari 2024 een beroep op betalingsonmacht gedaan, maar de griffier heeft eiser herhaaldelijk verzocht om gegevens over zijn inkomen en vermogen in te dienen, wat eiser niet heeft gedaan. De rechtbank legt uit dat het griffierecht van € 51,- tijdig betaald moet worden en dat het niet tijdig betalen alleen anders kan zijn als er een goede reden voor is. Aangezien eiser geen reden heeft gegeven voor het niet betalen, blijft het bestreden besluit in stand. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.