Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
(gemachtigde: mr. D.A.N. Bartels, verbonden aan Bartels Consultancy)
1.Inleiding
2.Feiten
3.Beoordeling door de rechtbank
€ 307.500.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 oktober 2025, wordt het beroep van belanghebbende B.V. tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van Belastingsamenwerking West-Brabant beoordeeld. De heffingsambtenaar had de waarde van de onroerende zaak vastgesteld op € 3.136.000 per 1 januari 2023 en had een aanslag in de onroerendezaakbelastingen opgelegd. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep op 12 juni 2025 behandeld, waarbij de gemachtigde van belanghebbende, mr. D.A.N. Bartels, aanwezig was. De heffingsambtenaar werd vertegenwoordigd door mr. L.J. Boone en een taxateur. Tijdens de zitting bleek dat de gemachtigde niet beschikte over het verweerschrift, maar dit werd later alsnog toegestuurd. Op 4 september 2025 vond een nadere zitting plaats. De rechtbank concludeert dat de WOZ-waarde niet te hoog is vastgesteld en dat het beroep ongegrond is. Ook het verzoek om immateriële schadevergoeding wordt afgewezen, omdat de redelijke termijn voor behandeling niet is overschreden. De rechtbank handhaaft de WOZ-waarde en de aanslag OZB.