ECLI:NL:RBZWB:2025:6995
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op verzoek op grond van de Wet open overheid
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat eiser heeft ingesteld, omdat de staatssecretaris volgens hem niet op tijd heeft beslist op zijn verzoek op grond van de Wet open overheid (Woo). Eiser heeft dit verzoek gedaan op 6 september 2024. Op 5 juni 2025 heeft een regiezitting plaatsgevonden waarbij met partijen onder meer gesproken is over het grote aantal beroepen niet tijdig beslissen dat door eiser is ingediend. Hieraan hebben deelgenomen: eiser en mr. R.P. Vaarnold, de gemachtigde van de staatssecretaris. Bij brief van 7 augustus 2025 heeft de staatssecretaris de rechtbank verzocht om in dit beroep zonder nadere zitting uitspraak te doen. Eiser heeft hiervoor ook toestemming gegeven.
De rechtbank stelt vast dat de staatssecretaris op 26 september 2024 een beslissing op het Woo-verzoek heeft genomen. Dit is binnen de wettelijke beslistermijn uit de Woo. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk. De staatssecretaris heeft de beslistermijn niet overschreden. Daarom kan de rechtbank geen beslistermijn opleggen. Voor een proceskosten veroordeling bestaat geen aanleiding. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, in aanwezigheid van drs. A. Lemaire, griffier, op 16 oktober 2025 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen.