In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 oktober 2025, wordt het beroep van eiser beoordeeld, die stelt dat de Staatssecretaris van Financiën niet tijdig heeft beslist op zijn bezwaar van 19 november 2024. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de Staatssecretaris na het indienen van het beroep op 17 maart 2025 alsnog een besluit heeft genomen waar eiser zich mee kan verenigen. Dit betekent dat eiser geen procesbelang meer heeft bij de beoordeling van het besluit. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en bepaalt dat de Staatssecretaris het griffierecht van € 194,- aan eiser moet vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Eiser heeft de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.