ECLI:NL:RBZWB:2025:7214
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
Op 24 oktober 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak BRE 24/4138, waarin belanghebbende beroep heeft ingesteld tegen de bestreden uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst, betreffende de heffing van motorrijtuigenbelasting. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht niet is betaald. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de rechtbank in staat stelt om zonder zitting uitspraak te doen in dergelijke gevallen.
De rechtbank heeft in haar beoordeling aangegeven dat de belanghebbende op 29 mei 2024 door de griffier is gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, met een termijn van vier weken voor betaling. Ondanks een tweede herinnering op 27 juni 2024, heeft belanghebbende het griffierecht van € 51,- niet tijdig voldaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen verontschuldigbare redenen zijn aangevoerd voor het niet tijdig betalen van het griffierecht, waardoor het beroep niet-ontvankelijk is verklaard.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep niet inhoudelijk kan worden beoordeeld en dat het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met deze uitspraak.