ECLI:NL:RBZWB:2025:7503

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 september 2025
Publicatiedatum
31 oktober 2025
Zaaknummer
11366039 \ MB VERZ 24-815
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens onduidelijke gedraging en niet correcte schouwrapporten

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 september 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden van 21 km per uur te hard binnen de bebouwde kom op de Van Beethovenlaan te Roosendaal op 10 juli 2023. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep niet-ontvankelijk verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 4 september 2025 was de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. R. Baltus, aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en de standpunten van beide partijen gehoord. De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht om de beslissing van de officier van justitie te vernietigen en het beroep gegrond te verklaren, onder verwijzing naar onregelmatigheden in de schouwrapporten die ten tijde van de gedraging niet in orde waren.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat niet is komen vast te staan dat de gedraging daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, mede door de onregelmatigheden in de schouwrapporten. Hierdoor is de boete ten onrechte opgelegd. De kantonrechter heeft het beroep gegrond verklaard, de beschikking waarbij de boete was opgelegd en de beslissing van de officier van justitie vernietigd, en bepaald dat het bedrag van € 242,- dat betrokkene als zekerheid heeft betaald, door de officier van justitie moet worden terugbetaald. Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Bergen op Zoom
zaaknummer : 11366039 \ MB VERZ 24-815
CJIB-nummer : [cjib-nummer]
uitspraakdatum : 4 september 2025
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : [gemachtigde]

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 4 september 2025. Namens de officier van justitie is verschenen mr. R. Baltus (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: 21 km per uur harder rijden dan mag binnen de bebouwde kom op de Van Beethovenlaan te Roosendaal op
10 juli 2023 om 22.35 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat het voertuig was verhuurd. Betrokkene heeft een huurovereenkomst meegezonden met het beroepschrift.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep de beslissing van de officier van justitie te vernietigen en het beroep gegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. De schouwrapporten waren ten tijde van de gedraging niet in orde.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de gedraging is verricht. Daarbij is van belang dat, zoals door de officier van justitie is aangegeven, de schouwrapporten niet in orde waren en daarom niet met zekerheid kan worden vastgesteld dat de betreffende bebording was geplaatst. Dit betekent dat de boete ten onrechte is opgelegd.
Het beroep is daarom gegrond. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van de officier van justitie zullen worden vernietigd. Het bedrag dat betrokkene aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de bestreden beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete is opgelegd;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 242,- dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.A.V. van Aardenne, kantonrechter, bijgestaan door de griffier C.G. Zevenhuijzen, en in het openbaar uitgesproken op 4 september 2025.
Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.
Datum verzending: