In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 november 2025, wordt het beroep van eiseres B.V. tegen het UWV beoordeeld. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen een besluit van het UWV van 18 december 2024, waarin een wijziging van een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) werd aangekondigd. Eiseres stelt dat het UWV niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar, en heeft daarom beroep ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, omdat het UWV de beslistermijn heeft overschreden. Eiseres heeft het UWV op 10 juli 2025 in gebreke gesteld, en het UWV heeft sindsdien geen nieuw besluit genomen. De rechtbank bepaalt dat het UWV binnen vier maanden na de uitspraak alsnog een besluit moet nemen en legt een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet het UWV het griffierecht van € 385,- en proceskosten van € 453,50 aan eiseres vergoeden. De uitspraak is gedaan door rechter A.G.J.M. de Weert, en griffier I. Ambachtsheer, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.