ECLI:NL:RBZWB:2025:7597
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedure inzake uitkering op grond van de Participatiewet
Op 6 november 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een verzoekster en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen. Verzoekster had een verzoek ingediend om een proceskostenvergoeding na de intrekking van haar verzoek om voorlopige voorziening, dat zij had ingediend tegen de beslissing van het college om de uitbetaling van haar bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet te blokkeren. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen, omdat verzoekster niet eerst contact heeft opgenomen met het college voordat zij het verzoek om voorlopige voorziening indiende. De voorzieningenrechter oordeelde dat het college met het opheffen van de blokkering aan het verzoek van verzoekster tegemoet was gekomen, maar dat er bijzondere omstandigheden waren die een proceskostenvergoeding uitsloten. De voorzieningenrechter concludeerde dat verzoekster te laat had gemeld dat zij niet meer in een inrichting verbleef, waardoor het college pas later een onderzoek kon instellen naar haar recht op bijstand. De voorzieningenrechter heeft de zaak zonder zitting beoordeeld en de uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.