In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat eiseres, een B.V., heeft ingesteld tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres stelt dat het UWV niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 28 februari 2024 tot herbeoordeling van de arbeidsongeschiktheid van een (ex-)werkneemster. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, omdat het UWV de beslistermijn heeft overschreden. Eiseres heeft het UWV op 26 april 2024 in gebreke gesteld, maar het UWV heeft tot op heden geen besluit genomen. De rechtbank bepaalt dat het UWV binnen vier maanden na de uitspraak alsnog een besluit moet nemen en legt een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft ook recht op vergoeding van griffierecht en proceskosten, die het UWV moet betalen. De rechtbank wijst erop dat de dwangsom niet wordt vastgesteld, omdat het UWV al een dwangsombeslissing heeft genomen op 26 juni 2024. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, en is openbaar gemaakt op 6 november 2025.