In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat eiseres, een stichting, heeft ingesteld tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres stelt dat het UWV niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 8 januari 2025 tot herbeoordeling van de arbeidsongeschiktheid van een (ex-)werkneemster. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is en doet uitspraak zonder zitting, zoals toegestaan onder artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank constateert dat het UWV de beslistermijn heeft overschreden en dat eiseres het UWV op 27 mei 2025 in gebreke heeft gesteld. De rechtbank bepaalt dat het UWV binnen twee weken na deze uitspraak alsnog een besluit moet nemen, maar geeft het UWV vier maanden de tijd om dit te doen, gezien de omstandigheden. Tevens legt de rechtbank een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor het griffierecht en proceskosten, die het UWV moet betalen. De uitspraak is gedaan op 7 november 2025 door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.