In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 november 2025, wordt het beroep van eiseres B.V. beoordeeld. Eiseres heeft een beroep ingesteld tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) omdat het UWV niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 27 maart 2025 voor herbeoordeling van de WIA-uitkering van een (ex-)werknemer. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, aangezien het UWV de beslistermijn van acht weken na ontvangst van de aanvraag op 1 april 2025 heeft overschreden. Eiseres heeft het UWV op 3 juni 2025 in gebreke gesteld, maar het UWV heeft tot op heden geen besluit genomen. De rechtbank bepaalt dat het UWV binnen twee weken na deze uitspraak alsnog een besluit moet nemen, maar geeft het UWV vier maanden de tijd om dit te doen, gezien de achterstanden bij het UWV. Tevens wordt een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding van € 453,50 voor proceskosten en het UWV moet het griffierecht van € 385,- vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen.